Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hillegom,

 

Overwegende:

 

Dat de gemeente verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en daarmee ook voor de Maatschappelijke Zorg (Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang);

 

De gemeenten in Holland Rijnland hebben besloten per 2023 de Maatschappelijke Zorg zoveel mogelijk lokaal te organiseren;

 

Dat de uitvoering van de Maatschappelijke Zorg bij het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek wordt ondergebracht;

 

Dat het niet mogelijk is om de specialistische Maatschappelijke Zorg (voorzieningen voor inwoners met meervoudig complexe problematiek die aangewezen zijn op specialistische ondersteuning met wonen) lokaal te organiseren en dit dus op Holland Rijnland niveau wordt georganiseerd;

 

Gelet op het beleidskader Maatschappelijke Zorg Holland Rijnland 2017-2025;

 

Gelet op de Wmo 2015;

 

Besluit:

 

Mandaat te verlenen aan het dagelijks bestuur en de directeur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek, met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, om:

 

voor de aanvragen die in het kader van de Maatschappelijke Zorg (beschermd wonen en maatschappelijke opvang) volgens afspraken opgenomen in een aangehechte opdracht, aan het dagelijks bestuur ISD Bollenstreek ter consultatie dan wel advies worden voorgelegd te beslissen op grond van:

 

• o

  Hoofdstuk 2, paragraaf 3 en 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, en

• o

  De vigerende Verordening en beleidsregels maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Hillegom voor zover deze betrekking hebben op beschermd wonen en maatschappelijke opvang;

Over de (niet) genomen besluiten omtrent de Maatschappelijke Zorg privaat-, straf- en bestuursrechtelijk te procederen.

 

Met inachtneming van de Awb en de Regeling afdoening bezwaarschriften ISD Bollenstreek, Regeling afdoening klaagschriften ISD Bollenstreek en bijbehorende huishoudelijke reglementen, dan wel diens rechtsopvolger.

 

De directeur en/of wethouder kan de afhandeling van het bezwaarschrift desgewenst inbrengen in een vergadering van het DB

 

Geen mandaat: wanneer het primaire besluit is genomen door de directeur (art. 10:3 lid 3 Awb)

 

De voor de uitoefening van dit mandaat noodzakelijke (persoons-) gegevens te verwerken en archiveren en om de reeds opgebouwde archieven te laten beheren tot en met de uiteindelijke vernietiging (of overbrenging) van de archiefbescheiden. Dit mandaat omvat tevens machtiging en volmacht voor het uitvoeren van de feitelijke en privaatrechtelijke handelingen die nodig zijn voor de uitoefening van dit mandaat.