Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden houdende regels omtrent de algemene dienst Regeling algemene dienst RDOG HM
Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden houdende regels omtrent de algemene dienst Regeling algemene dienst RDOG HM
[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 25 november 2016 beschikbaar via Blad gemeenschappelijke regeling 2016, 556.]
Het dagelijks bestuur van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden
Overwegende dat de RDOG HM als behorende tot de sector gemeenten, gebonden is aan de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) voor de sector gemeenten en gelet op de verplichting om zorg te dragen voor de vaststelling van een regeling algemene dienst op basis van artikel 2:1A lid 2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling (AVR) RDOG HM;
Te rekenen met ingang van 1 januari 2013 vast te stellen de navolgende
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
-
b.
passende functie: een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijke omstandigheden, kennis, vaardigheden en vooruitzichten kan vervullen; onder persoonlijke omstandigheden en vooruitzichten kunnen worden verstaan: interesse, gezondheid, opleiding scholing en salarispositie.
Medewerkers in algemene dienst zijn in principe inzetbaar binnen de gehele organisatie op passene structurele en -tijdelijke functies en op projecten met passende werkzaamheden.
-
1.
Nieuw in dienst tredende medewerkers en zittende medewerkers waarvan de functiegebonden aanstelling per 1 januari 2013 van rechtswege wordt omgezet in een aanstelling in algemene dienst, worden voor een periode van ongeveer 5 jaar in de functie geplaatst waarop ze respectievelijk hebben gesolliciteerd of die ze op de dag voor omzetting vervulden.
- 2.
- 3.
- 1.
-
2.
Leidinggevende en medewerker maken jaarlijks concrete afspraken over ontwikkeling en opleiding gericht op inzetbaarheid in de huidige functie (effectiviteit) of over doorstroom naar een andere passende functie (loopbaanplan). De leidinggevende houdt bij het maken van de afspraken over ontwikkeling, opleiding of doorstroming, voor zover relevant, rekening met de persoonlijke situatie van de medewerker (leeftijd, gezondheid, gezinssituatie enz.)
- 3.
- 4.
Medewerkers in algemene dienst die in overleg met hun leidinggevende een loopbaanplan hebben opgesteld, hebben na herplaatsingskandidaten (als gevolg van reorganisatie of arbeidsongeschiktheid) een voorkeurspositie bij het vervullen van vacatures op hetzelfde niveau als de functie die zij vervullen, mits zij voldoen aan de functie-eisen.