Verordening van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden houdende regels omtrent de organisatie Organisatieverordening RDOG Hollands Midden
Verordening van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden houdende regels omtrent de organisatie Organisatieverordening RDOG Hollands Midden
[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 11 juli 2016 beschikbaar via Blad gemeenschappelijke regeling 2016, 347.]
Het algemeen bestuur van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM)
Overwegende dat de vorming van de RDOG HM per 01 januari 2006 is ingegeven door:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Gelet op het tweede lid van artikel 103 en artikel 159 van de Gemeentewet en mede gelet op de gemeenschappelijke regeling RDOG HM
En gegeven de organisatorische wijzigingen per januari 2010 zoals in gang gezet door de directie RDOG HM
Vast te stellen de hoofdstukken 1, 2 en 3 van de Organisatieverordening RDOG HM .
Deze organisatieverordening bestaat uit de volgende afzonderlijk leesbare onderdelen:
De aanpassingen in de organisatieverordening RDOG HM treden in werking met ingang van 1 januari 2010
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2009.
1 De inrichting van de RDOG HM
Met betrekking tot de structuur van de Regionale Dienst Openbare gezondheidszorg gelden de volgende afspraken:
- a)
- b)
- c)
- d)
- e)
- f)
Het directiestatuut regelt de verhouding tussen enerzijds de directie en anderzijds het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en bestuurscommissies en het beschrijft de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directie, voor zover deze niet in de Gemeenschappelijke Regeling RDOG HM zijn beschreven. Gelet op het principe van een collegiale directie zijn in het directiestatuut de instructie als bedoeld in artikel 23 lid 4 en de beschrijving van taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 23 lid 5 van de Regeling geïntegreerd. Het directiestatuut bevat tevens de instructie zoals bedoeld in artikel 21 lid 6 van de Regeling.
Het takenpakket van de RDOG HM kent zeven onderdelen:
- 2.1
- 2.2
-
2.3
Het ambulancevervoer als bedoeld in artikel 1 van de Wet ambulancevervoer en het daartoe verwerven van een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet Ambulancevervoer dan wel het overeenkomstig artikel 3 van de ontwerpwet ambulancezorg zorgdragen voor het daadwerkelijk verlenen of doen verlenen van ambulancezorg;
-
2.4
In opdracht van het openbaar lichaam Veiligheidsregio Hollands Midden en op basis van een desbetreffende dienstverleningsovereenkomst zorgdragen voor de daadwerkelijke geneeskundige hulpverlening als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en de voorbereiding daarop en in dat kader zorg te dragen voor de totstandkoming van afspraken, die nodig zijn voor een doelmatige geneeskundige hulpverlening;
- 2.5
- 2.6
- 2.7
Artikel 3: Directie en directievergaderingen
- 3.1
- 3.2
- 3.3
-
3.4
De leden van de directie vervangen elkaar, met inbegrip van de vervanging als bedoeld in artikel 21 lid 5 van de Regeling.
Bij afwezigheid van de hele directie wijst de directie een manager van de RDOG HM aan die in haar bevoegdheden treedt. Laat de directie dit na, dan treedt de manager PO&C in de bevoegdheden van de directie, tenzij het Dagelijks Bestuur anders besluit.
-
3.5
De directie vergadert regelmatig op vastgestelde tijden. Van de vergaderingen van de directie wordt een besluitenlijst gemaakt. Deze besluitenlijst is toegankelijk voor bestuur en medewerkers van de RDOG HM . Onderdelen van de besluitenlijst die betrekking hebben op medewerkers zijn niet toegankelijk voor medewerkers van de RDOG HM .
- 3.6
- 3.7
- 11.1
-
11.2
De administratie maakt een onderscheid tussen een “Algemene reserve”, en een “Reserve aanvullende diensten”. Bij producten, bedoeld in artikel 2 lid 2 en producten, bedoeld in artikel 2 lid 5 tot en met 9, voorzover deze producten worden aangeboden in het werkgebied van één bestuurscommissie, worden gelabelde reserves voor de betreffende subregio onderscheiden.
- 11.3
- 11.4
- 11.5
3 Mandateringsregeling RDOG HM
Er zijn twee verschillende niveaus binnen de RDOG HM waarop bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden toegewezen.
A) De verhouding tussen het bestuur en de directie:
De verhouding tussen bestuur en directie is vastgelegd in de gemeenschappelijke regelingen, en het directiestatuut. Veel van de elementen uit deze documenten volgen uit wettelijke regelingen als de Wet op de Gemeenschappelijke Regelingen, de wet Algemeen Bestuursrecht en specifieke wetgeving als bijvoorbeeld de WOR.
B) De verhouding tussen de directie en de sectormanagers of de managers van de ondersteunende diensten
Uitgangspunt is dat de bedrijfsvoering van de RDOG HM stoelt op integraal management. De precieze invulling van het begrip Integraal Management is beschreven in een managementstatuut per sector van het RDOG HM . Het gaat om de volgende documenten:
- 1)
- 2)
- 3)
Deze mandateringsregeling kent de volgende onderdelen:
- A)
- B)
Bij onduidelijkheden over de interpretatie van een mandaat beslist de directie RDOG HM over de interpretatie van de afspraken, tenzij uit de gemeenschappelijke regeling of specifieke wetgeving blijkt dat het Dagelijks bestuur of het Algemeen Bestuur meer bevoegd is.
A) Verantwoordelijkheden en bevoegdheden m.b.t. de Beleid en Begrotingscyclus
B) Besluitvorming afgeleid uit de Gemeenschappelijke Regeling RDOG HM
4 Managementstatuten sectoren RDOG HM
Elke sector binnen de RDOG HM beschikt over een eigen managementstatuut.
- 4.1
- 4.2
- 4.3
De RDOG HM beschikt in beginsel over deze drie managementstatuten omdat:
- •
- •
4.1 Managementstatuut GGD Hollands Midden
Per 1 januari 2006 is de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden opgericht (RDOG HM). Daarin zijn de Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst Hollands Midden (GGD HM), de Regionale Ambulance Dienst Hollands Midden (RADHM), en het bureau Gemeenschappelijke Hulp bij Ongevallen en Rampen Hollands Midden (GHOR HM) ondergebracht.
In dit managementstatuut zijn een aantal uitgangspunten en afspraken over de aansturing van de GGD Hollands Midden vastgelegd. De GGD Hollands Midden omvat 3 sectoren van de RDOG HM;
- o
- o
- o
Artikel 6: Ondersteunende diensten
-
6.1
Sector- , afdelings- en clustermanagers maken gebruik van de diensten zoals die worden geleverd door de ondersteunende afdelingen PO&C en FAZ. Het extern inkopen van diensten die in principe ook door FAZ en PO&C geleverd kunnen worden, gebeurt pas nadat deze afdelingen hebben aangeven dat zij niet kunnen voldoen aan een specifiek verzoek en na een akkoord van de directie RDOG HM .
4.2 Managementstatuut sector GHOR Hollands Midden
Per 1 januari 2006 is de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden opgericht (RDOG HM). Daarin zijn de GGD Zuid Holland Noord, de GGD Midden Holland, de Regionale Ambulance Dienst (RAD), en het bureau Gemeenschappelijke Hulp bij Ongevallen en Rampen Hollands Midden (GHOR) ondergebracht.
In dit document zijn een aantal uitgangspunten en afspraken over de aansturing van de sector GHOR Hollands Midden van de RDOG HM vastgelegd.
Artikel 5: Ondersteunende diensten
-
5.1
De sector GHOR maakt gebruik van de diensten zoals die worden geleverd door de ondersteunende afdelingen PO&C en FAZ. Het extern inkopen van diensten die in principe ook door FAZ en PO&C geleverd kunnen worden gebeurt pas nadat deze afdelingen hebben aangeven dat zij niet kunnen voldoen aan een specifiek verzoek en na een akkoord van de directie RDOG HM .
4.3 Managementstatuut sector RAD
-
a)
Per 1 januari 2006 wordt in het leven geroepen de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM ). Daarin worden samengebracht de Regionale Ambulance Dienst (RAD), het bureau Gemeenschappelijke Hulp bij Ongevallen en Rampen Hollands Midden (GHOR) en de GGD’en voor het gebied Hollands Midden. Deze samenbrenging geschiedt onder gelijktijdige opheffing van de gemeenschappelijke regelingen waarin de betreffende diensten oorspronkelijk waren ondergebracht. Op deze wijze wordt getracht te komen tot een sterke, coherente “Witte Kolom”
- b)
-
c)
De sector RAD wordt, net als de rest van de organisatie, op basis van het principe van integraal management door de Algemeen Manager RAD aangestuurd. Integraal management wordt hierbij omschreven als: het beschikken over taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden die noodzakelijk zijn om de uit te voeren primaire processen te effectueren, binnen de kaders die door bestuur en directie worden vastgesteld.
-
d)
Partijen onderkennen, dat de RAD qua financiering en qua wet- en regelgeving een op zich zelf staande eenheid is, welke ook als zodanig bestuurd dient te worden. Indien de grenzen tussen de RAD en andere diensten vaag zouden zijn, zal financiering van de RAD in gevaar komen, evenals de mogelijkheid te voldoen aan de wettelijke taken.
-
e)
In dit Managementstatuut worden de bevoegdheden van de Algemeen Manager RAD omschreven alsmede de wijze waarop verantwoording wordt afgelegd aan de RDOG HM -directie. Doel van dit document is een managementcontract te creëren tussen de Algemeen Manager RAD en de RDOG HM directie, met rechten en verplichtingen rustend op beiden, alles ten dienste van een sterke, coherente, aanstuurbare Witte Kolom en ambulancedienstverlening die budgettair optimaal is en conform de wettelijke regels.
-
1.
ARTIKEL 2 Samenhang met Gemeenschappelijke Regeling en de Wet
- 2.1
- 2.2
-
2.3
Ingeval van strijdigheid van dit Managementstatuut met enig voorafgaand aan de totstandkoming van dit Managementstatuut genomen besluit van het DB of AB, zal het DB, respectievelijk het AB zo spoedig mogelijk nader besluiten over herziening van danwel het betreffende besluit dan wel dit Managementstatuut.
ARTIKEL 3 Mandaat Algemeen Manager RAD
-
3.1
De Algemeen Manager RAD komen die bevoegdheden toe, die worden bepaald door de Randvoorwaarden, de Profielaspecten, het Beleidsplan, Treasury Statuut, financiële verordeningen RDOG HM en de Begroting, als in dit Managementstatuut geformuleerd. Voorzover deze omschrijvingen in concrete gevallen onvoldoende zijn om te bepalen of de Algemeen Manager RAD bevoegd is danwel de behandeling van die concrete gevallen moet worden overgelaten aan de RDOG HM -Driectie, geldt als richtlijn dat de Algemeen Manager RAD binnen de gestelde kaders beslissingsbevoegd is wanneer de aangelegenheid betrekking heeft op het aansturen, functioneren of de financiering van de RAD.
-
3.2
Te allen tijde geldt, dat de Algemeen Manager RAD voor zijn handelen verantwoording aflegt aan de RDOG HM -Directie. Dat geschiedt zo veel mogelijk vooraf door de formulering van beleidsplannen en begrotingen. Voorzover deze niet direct of indirect in concrete gevallen voorzien, vindt overleg plaats. De wijze waarop dat geschiedt, wordt geregeld in ARTIKEL 9 (Verticaal overleg).
- 3.3
-
3.4
De Algemeen Manager RAD kan op grond van en binnen de grenzen van het in dit Managementstatuut geformuleerde en uitgewerkte mandaat voor wat betreft RAD-aangelegenheden de RDOG HM in en buiten rechte vertegenwoordigen, verplichtingen aangaan jegens overheidsorganen, zorgverzekeraars, leveranciers, afnemers, medewerkers, vakbonden, etcetera. De RDOG HM -Directie zal op eerste verzoek van de Algemeen Manager RAD een schriftelijke bevestiging verstrekken van dit mandaat, ter overlegging aan derden die daarom vragen.
-
4.1
De volgende randvoorwaarden gelden voor het handelen van de RDOG HM -Directie en de Algemeen Manager RAD:
- 4.1.1
-
4.1.2
Aansturing van de medewerkers van de RAD in alle aspecten en onderhandelingen met partijen buiten de RDOG HM zijn in handen van de Algemeen Manager RAD. Onderhandelingen binnen de RDOG HM vinden plaats op basis van het principe van integraal management, zoals verwoord in de preambule, waarbij de Algemeen Manager RAD altijd betrokken zal zijn..;
- 4.1.3
- 4.1.4
-
5.1
Uit de randvoorwaarden volgt onderstaande lijst met profielaspecten opgesteld voor de RAD. Deze profielaspecten zijn bepalend voor het handelen van de Algemeen Manager RAD en de RDOG HM -Directie.
- 5.1.1
- 5.1.2
-
5.1.3
Voor wat betreft de overhead wordt de overhead die genoemd is in de huidige separate begroting 2006 als uitgangspunt gezien, exclusief jaarlijkse indexeringen conform de CTG-systematiek en productie-afspraken. De RAD-overhead zal te allen tijde apart geadministreerd worden en zal aan de Zorgverzekeraars altijd separaat worden gepresenteerd.
-
5.1.4
Het Algemeen Manager RAD voert het management uit op basis van principes van integraal management; conform Planning en Control afspraken werkt het Algemeen Manager RAD zelfstandig met het eigen management team. Bij zaken die daarbuiten vallen en cruciaal zijn voor het bedrijfsproces van de RDOG HM , het voortbestaan van de RDOG HM of groter zijn dan de RAD komt de directie in beeld bij overleggen e.d.
- 5.1.5
- 5.1.6
- 5.1.7
- 5.1.8
-
5.1.9
Het overleg met de Zorgverzekeraars vindt plaats namens het bestuur onder verantwoordelijkheid van de RDOG HM -Directie. De Algemeen Manager RAD is verantwoordelijk voor het voeren van het overleg met de Zorgverzekeraars, de voorbereiding, het maken van afspraken en draagt er zorg voor dat de gemaakte afspraken worden nagekomen, en dat terugkoppeling naar RDOG HM -directie en bestuur plaats vindt. In bijzondere omstandigheden kan het overleg gevoerd worden door het bestuur of de RDOG HM -directie, doch nimmer zonder directe betrokkenheid van de Algemeen Manager RAD bij alle overleg, onderhandeling, correspondentie e.d.;
- 5.1.10
- 5.1.11
- 5.1.12
- 5.1.13
-
6.1
Jaarlijks of zo vaak als het DB voorschrijft, stelt de Algemeen Manager RAD in overleg met de RDOG HM -Directie met inachtneming van de vigerende richtlijnen een beleidsplan op en de RDOG HM -Directie legt dit voor aan het DB. Een beleidsplan voor een bepaalde periode dient uiterlijk een maand voor aanvang van die periode te zijn opgesteld en goedgekeurd door het DB, tenzij met het DB anders is afgesproken.
-
8.1
De Algemeen Manager RAD levert informatie aan voor het programmaverslag en de programmarekening RAD, die onderdeel uitmaken van het programmaverslag en de programmabegroting RDOG HM . De Algemeen Manager RAD is tevens verantwoordelijk voor het kwaliteitsjaarverslag RAD, dat deel uitmaakt van het kwaliteitsjaarverslag RDOG HM .
-
8.2
De RDOG HM -Directie zal deze gegevens verwerken in haar eigen verslaglegging aan DB en AB en zal met de Algemeen Manager RAD in overleg treden indien zij zich in verslaglegging niet kan vinden ofwel een nadere uitwerking nodig heeft om deugdelijk rekening en verantwoording aan het DB of AB af te kunnen leggen. De verslaglegging zal worden aangepast indien uit dit overleg blijkt dat zulks noodzakelijk is.
-
9.1
Zoveel als de RDOG HM -Directie redelijkerwijs noodzakelijk acht, zal zij overleg voeren met de Algemeen Manager RAD. Daarin komen aan de orde de uitvoering van het Mandaat, voorbereiding, vaststelling in concept en realisatie van (deel)beleidsplannen en (deel)begrotingen, omstandigheden en ontwikkelingen in of buiten de RDOG HM die de RAD mede (zouden kunnen) aangaan etc.
- 9.2
-
9.3
De Algemeen Manager RAD krijgt inzage in de vergaderstukken van de RDOG HM -Directie, DB en AB, voorzover de agenda betreft een redelijke termijn voorafgaand aan de vergadering, voorzover betreft notulen binnen bekwame tijd na de vergadering en het beschikbaar komen van de notulen. Voor zover de Wet Openbaarheid van Bestuur niet van toepassing is, geschiedt de inzage in deze stukken vertrouwelijk.
-
9.4
De RDOG HM -Directie zal de Algemeen Manager RAD in de gelegenheid stellen aanwezig te zijn bij en deel te nemen aan de beraadslagingen tijdens vergaderingen van de RDOG HM -Directie, DB en/of AB vergaderingen of vergaderingen van specifieke werk- of stuurgroepen, indien en voorzover daarbij onderwerpen aan de orde zijn die in bijzonderheid de RAD betreffen en/of vallen binnen het mandaat dat in dit Managementstatuut is omschreven.
- 9.5
ARTIKEL 12 Algemene bepalingen
-
12.1
Dit Managementstatuut bestaat uit een considerans en een lichaam. Al deze onderdelen moeten in hun onderlinge samenhang worden beschouwd en uitgelegd, zonder dat ter zake een rangorde geldt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. Bij strijd tussen de inhoud van de considerans en de inhoud van het lichaam, beslist het DB over aanpassing van de considerans of het lichaam..
- 12.2
-
12.3
Indien een of meer bepalingen van dit Managementstatuut niet rechtsgeldig blijken te zijn of rechtens niet blijken te kunnen worden toegepast, zal dit Managementstatuut voor het overige van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen, die niet rechtsgeldig zijn c.q. rechtens niet kunnen worden toegepast, overleg plegen teneinde een vervangende regeling te treffen die wel rechtsgeldig is en zoveel mogelijk aansluit bij de strekking van de te vervangen regeling.
- 12.4