Besluit voorzitter veiligheidsregio (artikel 2, derde lid, 2e Noodverordening COVID-19 VRHM)
Besluit voorzitter veiligheidsregio (artikel 2, derde lid, 2e Noodverordening COVID-19 VRHM)
1. Op 16 maart 2020 is 2e Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM) vastgesteld (hierna te noemen: Noodverordening).
2. In artikel 2, derde lid, Noodverordening is bepaald dat de voorzitter van de veiligheidsregio (categorieën van) gevallen kan aanwijzen waarvoor de verboden in artikel 2, eerste en tweede lid van de noodverordening niet gelden.
Bij de bespreking van de Noodverordening in het regionaal beleidsteam (RBT) op 16 maart 2020, is gesproken over de noodzaak om te komen tot een eenduidige lijn met betrekking tot de weekmarkten in de gemeenten. De weekmarkten voorzien in een primaire levensbehoefte.
Het doel van de Noodverordening is de verdere spreiding van COVID-19 tegen te gaan. Eén van de verboden in de Noodverordening is het verbod op “(…) openbare samenkomsten en vermakelijkheden (…) waar meer dan honderd personen gelijktijdig samenkomen (…)” (artikel 2, eerste lid Noodverordening).
Dit besluit gaat dan ook niet over kleine weekmarkten waar normaliter en verwachtingsgewijs niet meer dan honderd personen tegelijkertijd aanwezig zijn. Het verdient wel de aandacht om de bezoekers van deze weekmarkten te attenderen op de algemene hygiëne maatregelen, zoals bijvoorbeeld het respecteren van de minimale onderlinge afstand van 1,5 meter.
Voor de grotere weekmarkten, waar normaliter en verwachtingsgewijs meer dan honderd personen tegelijkertijd aanwezig zijn, is dit besluit en de aanvullende voorwaarden wel van toepassing. Indien niet aan de voorwaarden van dit besluit kan worden voldaan, is artikel 2, eerste lid, 2e Noodverordening COVID-19 VRHM van kracht en kan de weekmarkt dus geen doorgang vinden.
1. Op basis van artikel 2, derde lid, 2e Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Hollands Midden, worden de weekmarkten aangewezen als een geval waarvoor het verbod in artikel 2, eerste lid, 2e Noodverordening Covid-19 Veiligheidsregio Hollands Midden niet geldt. Dit betekent dat weekmarkten, waar meer dan honderd personen tegelijkertijd aanwezig zijn, doorgang kunnen vinden, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. De marktkramen op de weekmarkt dienen zo veel als mogelijk verspreid opgesteld te worden, waardoor het redelijkerwijs mogelijk moet zijn om de drukte op de weekmarkt te spreiden en een onderlinge afstand te kunnen bewaren van 1,5 meter tussen de personen op de weekmarkt.
b. Indien het besluit onder 1a. niet te realiseren is binnen de reguliere opzet van de weekmarkt, dienen de marktkramen met non-food te worden gesloten en is alleen de verkoop van eerste levensbehoeften (etenswaren) toegestaan.
c. Voedsel dat vers wordt bereid voor consumptie mag niet ter plaatse worden genuttigd. Alleen afhaal is toegestaan (zie artikel 2, tweede lid onder a. 2e Noodverordening Covid-19 Veiligheidsregio Hollands Midden).
d. Zit- of staan-mogelijkheden en andere uitstallingen buiten de marktkraam zijn niet toegestaan.
e. Leegstaande en/of vrije marktplaatsen mogen niet vergeven worden aan zogenaamde meelopers.
f. Er dienen waarschuwingsborden geplaatst te worden waarop staat dat mensen 1,5 meter afstand moeten houden van elkaar en waarop ook de andere voorwaarden bij dit besluit (voor zover van toepassing voor de bezoekers van de weekmarkten) kenbaar worden gemaakt.
g. De gemeente dient toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden bij dit besluit en te monitoren of het ondanks deze voorwaarden niet te druk wordt op de weekmarkt
2. De voorzitter van de veiligheidsregio kan te allen tijde dit besluit intrekken, of de daaraan verbonden voorschriften wijzigen als de situatie daartoe naar het oordeel van de voorzitter van de veiligheidsregio aanleiding geeft.
1. De weekmarkt is in beperkte mate een samenkomst en vermakelijkheid, en dient beschouwd te worden als een ‘open lucht supermarkt’ die voorziet in eerste levensbehoeften.
2. De weekmarkt draagt bij het verminderen van de druk op en de drukte in de gewone supermarkten.
3. De voorwaarden bij dit besluit zorgen voor voldoende spreiding van de marktkramen op de weekmarkt en de bezoekers. Hierbij heb ik laten meewegen dat het om relatief kleine weekmarkten gaat in de open lucht, waardoor een spreiding van de markt en de bezoekers ook realistisch is. Voor weekmarkten waar normaliter en verwachtingsgewijs minder dan honderd personen tegelijkertijd aanwezig zijn, is dit besluit niet van toepassing. Deze weekmarkten vallen niet onder het verbod in de 2e Noodverordening.
4. Om te zorgen voor niet te veel drukte en een goede spreiding van bezoekers (minimale onderlinge afstand van 1,5 meter) dienen de marktkramen zoveel als mogelijk verspreid opgesteld te worden. Indien dit binnen de reguliere opzet van de weekmarkt niet mogelijk is, dienen in eerste instantie de marktkramen met non-food te worden gesloten. Hierdoor kan meer ruimte worden gecreëerd voor de spreiding van de marktkramen met eerste levensbehoeften (etenswaren). Indien alsnog onvoldoende ruimte kan worden gecreëerd, er van uitgaande dat meer dan honderd personen tegelijkertijd aanwezig zijn op de weekmarkt, dan kan de weekmarkt geen doorgang vinden.
5. Door het open houden van de weekmarkt wordt een bijdrage geleverd aan de continuïteit van de samenleving en de ondernemers/marktkooplieden. Hierbij wordt wel een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van de marktkooplieden om er op toe te zien dat zich geen grote groepen mensen voor de marktkramen verzamelen. Sta- en zitmogelijkheden en andere uitstallingen buiten de marktkraam zijn daarom niet toegestaan.
6. Indien het ondanks de maatregelen c.q. voorwaarden blijkt dat de weekmarkten te druk worden, kan ik besluiten om de weekmarkten niet meer toe te staan.
7. Bij mijn besluit heb ik het mondelinge advies van de directeur Publieke gezondheid en de directeur Veiligheidsregio betrokken.