De raad van de gemeente Hillegom,
gelezen het voorstel van het college van 20 september 2022 met als onderwerp Vaststellen verordening Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Hillegom 2022,
gelet op de behandeling in de raadscommissie- en raadsvergadering van 3 november 2022,
gelet op gelet op de artikelen 84, 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet,
besluit:
- 1.
De Nota van beantwoording zienswijzen ontwerpverordening Gemeentelijke adviescommissies omgevingskwaliteit Hillegom 2022 vast te stellen.
- 2.
De Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Hillegom 2022 als volgt vast te stellen:
Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Hillegom 2022
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- -
commissie: gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, genaamd gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Hillegom;
- -
goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet;
- -
- -
vooroverleg: behandeling van een initiatief, waarvoor nog geen aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend.
Voor de bepaling van andere begrippen wordt verwezen naar de Omgevingswet artikel 1.1.
Artikel 2 Taak en werkzaamheden
- 1.
De commissie heeft als taak de raad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
- 2.
Ter uitvoering van haar taak:
- a.
adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:
- 1.
een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;
- 2.
een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een voorbeschermd gemeentelijk monument of een gemeentelijk monument;
- 3.
een omgevingsplanactiviteit in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;
- 4.
een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit;
- b.
adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;
- c.
adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit;
- d.
adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de wet en in andere gevallen waarin burgemeester en wethouders een advies nodig achten in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;
- e.
voert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders, planindieners of uit eigen beweging vooroverleg met planindieners;
- f.
adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;
- g.
adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit bevatten.
Artikel 3. Verplichte advisering volgens wet en gemeentelijke regelgeving
Burgemeester en wethouders winnen advies van de commissie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 tot en met 4, en onder b.
Artikel 4 Samenstelling
- 1.
De commissie bestaat uit het aantal leden dat nodig is om de deskundigheid als bedoeld in lid 5, onder a te waarborgen, de voorzitter daaronder begrepen.
- 2.
De leden worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering en op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.
- 3.
De commissie telt gelet op artikel 17.9, eerste lid, van de wet ten minste twee leden deskundig op het gebied van de monumentenzorg, welke worden voorgedragen uit het midden van DSL in Rotterdam.
- 4.
De commissie telt gelet op artikel 17.9, derde lid, van de wet ten minste twee leden deskundig op het gebied van architectuur en stedenbouw, welke worden voorgedragen uit het midden van DSL in Rotterdam.
- 5.
Plaatsvervangers zijn deskundig op de gebieden die van toepassing zijn op het te vervangen lid en worden voorgedragen uit het midden van DSL in Rotterdam.
- 6.
De commissie
- a.
beschikt tenminste over deskundigheid op het gebied van:
- -
monumentenzorg en cultuurhistorie;
- -
bouw- en architectuurhistorie;
- -
- -
- -
- -
- b.
kan aanvullend beschikken over deskundigheid op het gebied van:
- -
cultuurhistorie in de Duin- en Bollenstreek en/of de gemeente;
- -
- -
archeologische monumentenzorg;
- -
- 7.
De leden en plaatsvervangers zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur van Hillegom of de werkorganisatie HLTsamen.
Artikel 5 Benoeming en zittingsduur
- 1.
De raad benoemt de leden voor een termijn van ten hoogste 4 jaar.
- 2.
De termijn kan met maximaal 4 jaar worden verlengd.
- 3.
Afgetreden leden zijn minimaal 1 jaar na hun aftreden weer benoembaar.
- 4.
De leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Zij kunnen voorts door burgemeester en wethouders worden geschorst en door de raad worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.
Artikel 6 Ondersteuning van de commissie
- 1.
Dorp Stad en Land voegt aan de commissie een secretaris toe. Een commissielid kan tevens secretaris zijn.
- 2.
De secretaris wordt bij de uitoefening van het secretariaat rechtstreeks aangestuurd door de voorzitter en is uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.
Artikel 7 Adviestermijn
- 1.
De commissie brengt na de vergadering advies uit binnen een termijn van 4 weken, tenzij burgemeester en wethouders heeft aangegeven aangeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.
Artikel 8 Beraadslaging en standpuntbepaling
- 1.
De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om een omgevingsvergunning door of namens een commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling, als de adviezen.
- 2.
Indien burgemeester en wethouders, planindieners, de voorzitter of de meerderheid van de aanwezige leden een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan leggen zij daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag.
- 3.
Vooroverleg is uitsluitend openbaar met instemming van initiatiefnemer.
- 4.
De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde hebben spreekrecht en de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie. Belangstellenden hebben geen spreekrecht maar de voorzitter kan hen wel gelegenheid geven tot een korte toelichting. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.
- 5.
Over de uit te brengen adviezen wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste twee leden. Over een advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste twee leden met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg.
- 6.
Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de commissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de beraadslaging van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.
- 7.
De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de commissie en de daarvoor werkzame personen.
Artikel 9 Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie
- 1.
De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet, de advisering, zoals bedoeld in artikel 2, onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meer daartoe aangewezen leden (gemandateerden) of een subcommissie.
- 2.
De gemandateerde of subcommissie adviseert over aanvragen waarvan het oordeel van de commissie als bekend mag worden verondersteld.
- 3.
In geval van twijfel bij de gemandateerde of de subcommissie wordt de aanvraag alsnog voorgelegd aan de commissie.
Artikel 10 Adviseurs
- 1.
De commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
- 2.
De commissie kan zich doen bijstaan door andere personen, zoals bijvoorbeeld leden van stichting Vrienden van Oud Hillegom of het cultuurhistorisch genootschap Duin- en Bollenstreek, voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.
- 3.
De in lid 1 en 2 bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie deelnemen aan de vergaderingen en beraadslagingen.
- 4.
De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de personen als bedoeld in lid 2.
Artikel 11 Verwerking van het advies
- 1.
Burgemeester en wethouders nemen een besluit met in acht name van het advies van de commissie.
- 2.
In geval burgemeester en wethouders een besluit nemen in afwijking van het door de commissie uitgebrachte advies verzenden zij een afschrift van dat besluit met argumentatie aan de commissie.
Artikel 12 Reglement van de orde
- 1.
De commissie stelt haar werkwijze binnen de kaders van deze verordening nader vast in een reglement van orde.
- 2.
In het reglement van orde komt ten minste aan de orde:
- a.
de werkwijze bij de advisering zoals genoemd in artikel 2;
- b.
de inrichting van het vooroverleg zoals genoemd in artikel 2;
- c.
de wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd;
- d.
de vergaderorde en orde van de beraadslaging, waarbij er een onderscheid wordt aangebracht tussen de toelichtende fase waarin het spreekrecht wordt uitgeoefend en de beraadslagingen;
- e.
de notulering en dossiervorming;
- f.
de wijze waarop de adviezen openbaar worden gemaakt;
- g.
de instelling van subcommissie(s)
- h.
de werkwijze bij afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie als bedoeld in artikel 9;
- i.
de selectie en voordracht van kandidaat-leden;
- j.
de locatie en wijze van vergaderen;
- k.
de wijze van het betrekken van adviseurs.
- 3.
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor bekendmaking van het door de commissie vastgestelde reglement van orde.
Artikel 13. Relatie met andere adviseurs
Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid of een adviseur van de commissie dragen burgemeester en wethouders zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur en de commissie.
Artikel 14 Vergoeding
De leden ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding op grond van de tarieven zoals jaarlijks afgesproken met DSL.
Artikel 15 Jaarverslag
- 1.
De commissie brengt jaarlijks verslag als bedoeld in artikel 17.9, zesde lid, van de wet uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.
- 2.
In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:
- a.
de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders als bedoeld in artikel 17.9, derde lid, van de wet;
- b.
de wijze waarop uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen.
Artikel 16. Overgangsrecht
- 1.
De op grond van de Bouwverordening Hillegom 2018 en de Verordening Erfgoedcommissie Hillegom 2019 benoemde leden worden geacht te zijn benoemd op grond van dit besluit. De termijn van ten hoogste 4 jaar als bedoeld in artikel 5, eerste lid, loopt vanaf de datum van de benoeming op grond van de Bouwverordening Hillegom 2018 en de Verordening Erfgoedcommissie Hillegom 2019.
- 2.
Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en erfgoed van kracht, met dien verstande dat de commissie Ruimtelijke kwaliteit (welstandscommissie) en de erfgoedcommissie worden geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.
Artikel 17. Vervallen en intrekking oude regeling
- 1.
De regels met betrekking tot de commissie in de artikelen 9.1 t/m 9.8 van de Bouwverordening Hillegom 2018 en artikel 3 lid 2, artikel 5 lid 2, artikel 7 lid 1, 2, 4 en 5, artikel 15 en artikel 18 van de Erfgoedverordening gemeente Hillegom 2010 vervallen.
- 2.
De verordening Erfgoedcommissie Hillegom 2019 wordt ingetrokken.
Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: verordening Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Hillegom 2022.