Handhavinguitvoeringsprogramma 2024 gemeente Hillegom
Handhavinguitvoeringsprogramma 2024 gemeente Hillegom
Voor u ligt het ‘Handhavinguitvoeringsprogramma 2024’ van de gemeente Hillegom (hierna: HUP). Dit is het eerste uitvoeringsprogramma dat voortvloeit uit het VTH-beleidsplan 2024-2027 Hillegom (hierna: VTH-beleid). De doelstelling en prioriteiten in het kader van toezicht en handhaving zijn in dit beleid vastgelegd. Het uitvoeringsprogramma concretiseert het VTH-beleid naar reguliere- en projectmatige werkzaamheden voor 2024. Het HUP omvat de werkzaamheden voor de Buitengewoon opsporingsambtenaren (hierna: BOA’s) en Bouw- en woningtoezichtinspecteurs (hierna: BWT’ers).
De werkzaamheden van de BOA’s zijn zeer divers en bestaan uit het afhandelen van handhavingsverzoeken en (fixi)meldingen, toezicht houden bij (grootschalige) evenementen (vergunningvoorschriften), het uitvoeren van adresonderzoeken, signalering drugsdeallocaties en de controles op onder andere de Alcoholwet, blauwe zone, afval en toezicht op het station etc. Daarnaast voeren zij projectmatige activiteiten uit ter bevordering van een veilige en schone leefomgeving, zoals de weesfietsenactie en blauwe zone actie.
De werkzaamheden van de BWT’ers bestaan voor een groot deel uit het afhandelen van meldingen en handhavingsverzoeken. Ook houden zij toezicht op bouwactiviteiten, illegale bouw en strijdig gebruik (gronden/gebouwen). Daarnaast voeren zij handhavingsprojecten uit in het kader van o.a. strijdigheden met het omgevingsplan.
Er is en blijft echter spanning tussen de beschikbare capaciteit bij de BWT’ers en handhavingsjuristen versus de opgave (zowel regulier werk als projectmatig). Dit heeft onder meer te maken met zowel toename van regulier werk (denk aan bouwprojecten groot/klein en werkzaamheden in het kader van ondermijning) en met de toename van o.a. handhavingsverzoeken, meldingen omtrent bouwprojecten, complexiteit van handhavingszaken, juridische trajecten, bezwaar, beroep en hoger beroep. Daarnaast hebben zij ook te maken met de invoering van nieuwe wetgeving, zoals de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Dit alles houdt in dat we binnen de gestelde prioriteiten telkens opnieuw prioriteiten moeten stellen (wat pakken we wel/niet direct op). Handhavingsverzoeken zullen vrijwel direct worden opgepakt vanwege de korte beslistermijn (8 weken). Daarnaast kan het wellicht nodig zijn om bijv. het bouwtoezicht en de handhavingsprojecten te temporiseren (langzamer tempo/minder zaken oppakken).
Het college van burgemeester en wethouders is op grond van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor) verplicht om jaarlijks een uitvoeringsprogramma (per kalenderjaar) op te stellen met betrekking tot de toezichthoudende, handhavende en vergunningverlenende activiteiten. Deze verplichting vloeit in 2024 ook voort uit de Omgevingswet/het Omgevingsbesluit. Voor u ligt het ‘Handhavinguitvoeringsprogramma 2024’. Het Vergunningenuitvoeringsprogramma (VUP) wordt separaat opgesteld door Team Vergunningen.
Het HUP is gebaseerd op de vastgestelde doelen en prioriteiten uit het VTH-beleid. Met het HUP worden de uit te voeren taken en beschikbare capaciteit inzichtelijk gemaakt zodat, indien nodig, bijgestuurd kan worden. Het betreft een planning en daarmee een schatting van de uitvoering voor 2024.
Het HUP wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld en bekend gemaakt aan de gemeenteraad. Ook de Provincie Zuid-Holland wordt, ten behoeve van het interbestuurlijk toezicht, het vastgestelde HUP toegezonden.
Het toezicht op de naleving van wetten is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht. De BWT’ers en BOA’s voeren controles uit op de naleving wet en regelgeving, zoals:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
* De Omgevingswet treedt op 1 januari 2024 inwerking. In deze Omgevingswet zijn 26 wetten gebundeld tot één “Omgevingswet”. Gelijktijdig wordt ook de “Wet kwaliteitsborging voor het bouwen” (Wkb) van kracht voor de nieuwbouw en naar verwachting op 1 januari 2025 voor de verbouwactiviteiten. Deze is onderdeel van het Bbl en dus de Omgevingswet.
4.1 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)
Inwerkingtreding voor verbouw met een jaar opgeschort, 1 januari 2025
De minister heeft, naar aanleiding van diverse signalen van o.a. Bouwend Nederland, besloten om te zorgen voor een zachtere landing van de Wkb met betrekking tot verbouwactiviteiten. Dit betekent dat de Wkb wel per 1 januari 2024 in werking zal treden voor de nieuwbouw, maar niet voor de verbouw. Voor de verbouwactiviteiten zal de Wkb op 1 januari 2025 in werking treden, mits te zijner tijd op basis van onafhankelijke toetsing duidelijk is dat er voldoende kwaliteitsborgers beschikbaar zijn en er geen andere signalen zijn die belemmerend kunnen werken. Tot de datum van 1 januari 2025 zal de gemeente vergunningsplichtige verbouwactiviteiten dus nog in behandeling blijven nemen.
De minister heeft aangekondigd de invoering van de Wkb te monitoren en te evalueren. Na afronding van deze evaluatie (incl. 3 jaar monitoring) wordt er besloten of de gevolgklasse 2 en 3 worden toegevoegd aan het Wkb stelsel. De betreffende uitbreiding zal daarmee op zijn vroegst 5 jaar na de inwerkingtreding van de Wkb worden gerealiseerd.
De Omgevingswet treedt op 1 januari 2024 inwerking. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is hier onderdeel van. Deze wet zorgt voor veel verandering bij team toezicht en handhaving. De verwachting is dat een grotere focus op de handhaving komt te liggen en handhaving complexer wordt. Dit o.a. vanwege het “ja mits” principe en vaker maatwerk nodig is. De tijd zal leren hoe groot de impact zal zijn en hoe de inwoners en bedrijven met de wetgeving omgaan.
Vanwege de Omgevingswet zijn werkprocessen en sjablonen/standaardcorrespondentie (handhavingsbrieven, ontvangstbevestigingen etc.) aangepast. Echter zal dit een doorlopend proces zijn, omdat er simpelweg nog ervaring mee moet worden opgedaan. Het uitgangspunt is om het werkproces zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.
Op 1 juli 2023 is de Wet goed verhuurderschap in werking getreden. Deze wet is een reactie op problemen die zich voordoen op de huurmarkt, zoals discriminatie, intimidatie en bedreiging, excessief hoge huren, hoge servicekosten en onrechtmatige huurcontracten. Met deze wet wordt getracht om ongewenste huurpraktijken te voorkomen en tegen te gaan bij alle groepen huurders, waaronder arbeidsmigranten. Voor arbeidsmigranten worden extra eisen gesteld aan het huurcontract, zoals dat deze losgekoppeld moet zijn van het arbeidscontract en deze in een voor hen begrijpelijke taal beschikbaar moet zijn.
De wet stelt het gedrag van de verhuurder centraal. Hieronder vallen verhuurders van reguliere woonruimte (incl. woningcorporaties), verhuurders van verblijfsruimte aan arbeidsmigranten en verhuurbemiddelaars. Deze normering van verhuurgedrag is nieuw. Gemeenten krijgen een rol bij het handhaven van deze normen. De gemeente heeft alleen niet de bevoegdheid om in dit kader te handhaven op woningcorporaties of een dochteronderneming. Deze huurders kunnen met hun klachten terecht bij de reeds bestaande interne klachtenprocedure van de woningcorporatie (art. 55b Woningwet).
5 Samenwerking en integraal toezicht
Om de handhaving effectief en efficiënt te organiseren (zowel voor de bedrijven, instellingen, inwoners als voor de controlerende diensten) is onderlinge afstemming en samenwerking nodig tussen de verschillende diensten. Dit wordt bereikt door regelmatig overleg, multidisciplinaire controles en afspraken vast te leggen.
Landelijk en ook lokaal gezien heeft de politie te kampen met steeds minder capaciteit op straat. De politie is genoodzaakt om prioriteiten te stellen. Er kan dus door de gemeente minder worden teruggevallen op de politie. Nu al is de gemeente soms genoodzaakt bij calamiteiten een beveiligingsdienst in te zetten.
Doordat de middelen beperkt zijn, is intensieve samenwerking van groot belang. Daarom vindt er regelmatig overleg plaats tussen de gemeente en politie (zie hieronder), sluiten de BOA’s regelmatig aan bij de briefing van de politie en wordt de samenwerking gezocht door bijvoorbeeld samen te surveilleren op het gebied van o.a. jeugd.
5.2 Lokaal ambtelijk handhavingsoverleg
De BWT’ers hebben periodiek overleg om ontwikkelingen op het gebied van handhaving, handhavingszaken, relevante/nieuwe jurisprudentie etc. te bespreken. Afhankelijk van de agenda worden ook collega’s uit andere teams en de ketenpartners, zoals o.a. de politie, de brandweer, de Omgevingsdienst, andere gemeenten, de provincie en het waterschap uitgenodigd voor dit overleg.
De BOA’s nemen deel aan het Jeugd in Buitenruimte (JiB) overleg met diverse ketenpartners. Daarnaast stemmen de BOA’s en de wijkagenten zo nodig diverse praktische zaken met elkaar af. De lijnen zijn kort.
5.3 Overleg toezichthouders-vergunningverleners
Tijdens het proces tot afgifte van vergunningen kan er informatie beschikbaar komen waaruit blijkt dat er risico’s bestaan voor strijdig gebruik en/of de naleving van (bouw)technische regels. Indien dit het geval is vindt er overleg plaats tussen team Toezicht en handhaving en team Vergunningen. Daarnaast zal er door de komst van de Wkb ook contact zijn tussen de teams als het bijvoorbeeld gaat om de risicobeoordeling bij de bouwmelding. Het algehele doel is om de beschikbare uren voor toezicht zo resultaat- en risicogericht mogelijk in te zetten.
5.4 Integrale samenwerking aan de Intaketafel
De Omgevingswet vraagt om een integrale afweging, wij hanteren hierbij als uitgangspunt: ‘De Ja mits-houding”. Wij moeten dus goed kunnen inspelen op maatwerk vraagstukken. Door het organiseren van een intaketafel met de betrokken adviseurs kan er snel een integrale afweging worden gemaakt bij o.a. legalisatievraagstukken waar er moet worden afgeweken van het omgevingsplan. De intaketafel is een eerste beoordeling met alleen interne en externe adviseurs. Aan de intaketafel wordt de overtreding door de adviseurs bekeken en beoordeeld, met name of legalisatie (eventueel onder voorwaarden) mogelijk is. Het resultaat van de beoordeling aan de intaketafel kan zijn: de overtreding ongedaan laten maken of de mogelijkheid van legalisatie te bieden. Zo nodig kan de casus ook verder aan de omgevingstafel worden besproken.
5.5 Integrale samenwerking aan de Omgevingstafel
Na het overleg aan de intaketafel kan een strijdige situatie aan de omgevingstafel verder worden besproken. Aan de omgevingstafel zijn interne adviseurs, externe adviseurs en eventueel ook de overtreder aanwezig. De omgevingstafel wordt door de adviseurs van tevoren voorbereid en dit levert na onderlinge afweging door de adviseurs een integraal standpunt op. Uit de omgevingstafel kan volgen dat de overtreder geadviseerd wordt een vergunning aan te vragen, eventueel met bepaalde aanpassingen aan de gerealiseerde situatie. De beoordeling kan ook luiden dat de situatie niet te legaliseren is. Dan zal worden gehandhaafd.
Wanneer nieuw (ruimtelijk) beleid wordt opgesteld, is het van belang dat hier vanuit verschillende invalshoeken naar wordt gekeken. Zo ook vanuit de toezichthouders, omdat zij weten wat er “buiten” speelt en zij kunnen aangegeven wat de behoeften zijn en waar zij in de praktijk tegenaan lopen. Daarom wordt er -vooral met planvorming- intensief samengewerkt en wordt aan de BWT-toezichthouders om advies gevraagd. Voor de advisering op de beleidsstukken zijn in de urenraming, op basis van inschatting, uren opgenomen.
5.7 Project aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit
Een project waarbij samenwerking en integraliteit de sleutel is van succes, is het project Ondermijning. Delicten als overvallen, woninginbraken, straatroof en geweld zijn de afgelopen jaren fors gedaald, maar onzichtbare vormen van criminaliteit ondermijnen de samenleving. Ook in Hillegom blijkt sprake te zijn van criminele, ondermijnende activiteiten en misstanden. Zo zijn er verschillende signalen van ‘witwasbedrijven’ waar je zelden klanten ziet, hennepkwekerijen en arbeidsuitbuiting. Maar ook van vastgoedfraude en zogenaamde ‘knooppunten’ (zoals horeca en bedrijventerreinen).
We werken daarom samen met onze partners (o.a. de ODWH, politie, brandweer, belastingdienst) aan het signaleren, voorkomen en aanpakken van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Dit doen we door (1) meer en beter zicht te creëren op deze vorm van criminaliteit, (2) criminele kansen tot een minimum te beperken en (3) deze vorm van criminaliteit consequent aan te pakken. Dit alles vraagt extra inzet op het gebied van Toezicht en Handhaving. Zo wordt een bijdrage geleverd aan onderzoeken, integrale controles en inzet van bestuurlijke maatregelen. Daarnaast wordt tijdens reguliere controles, met name in het buitengebied en op bedrijventerreinen met een bredere bril gekeken en zo direct een bijdrage geleverd aan het creëren van meer en beter zicht op ondermijning.
De werkzaamheden van de BOA’s bestaan in hoofdzaak uit het afhandelen van (fixi)meldingen, het toezicht houden op o.a. de APV, de Alcoholwet en evenementen. Indien er overtredingen zijn, treden zij handhavend op.
Bij de taken van de BOA’s ligt nadruk op het bevorderen van de leefbaarheid en het zorgen voor een positieve gedragsverandering. Deze gedragsverandering wordt vaker bereikt door iemand op zijn/haar gedrag aan te spreken, dan door het uitschrijven van een bekeuring. De werkwijze is daarom dat er veelal eerst wordt gewaarschuwd. Wanneer waarschuwen niet het gewenste effect heeft, wordt wel direct een bekeuring uitgeschreven.
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Indien er bij krapte in de BOA-uren keuzes moeten worden gemaakt (wat doen we wel/wat niet), zal dit ten koste gaan van deze reguliere werkzaamheden.
6.2 Actiegerichte werkzaamheden
Actiegericht toezicht controle op blauwe zone
De controle op de blauwe zone (parkeerschijfzone) is een reguliere taak. Aanvullend op deze reguliere controles wordt ook actiegericht toezicht gehouden door meerdere BOA’s tegelijk. Hierdoor zijn zij ook goed zichtbaar.
Actiegericht toezicht op naleefgedrag van het afvalbeleid
Door inwoners/ondernemers wordt veel overlast ervaren door het foutief aanbieden van afval. Daarnaast wordt meer inzet van de BOA’s verwacht naar aanleiding van de evaluatie van het afvalsysteem. Daarom gaan de BOA’s naast het reguliere toezicht op de naleving van het afvalbeleid, ook actiegericht toezicht houden.
6.3 Projectmatige werkzaamheden
Met projectmatige werkzaamheden wordt bedoeld; een proces waarbij binnen een bepaalde tijd wordt toegewerkt naar een gesteld doel. Het heeft in beginsel een eenmalig karakter en worden tijdelijk (indien van toepassing) verschillende disciplines bij elkaar gebracht om het betreffende doel te behalen.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bijhouden van de BRP (Basisregistratie Personen). Het doel van het uitvoeren van adresonderzoeken is verplicht om o.a. de gegevens actueel te houden en daarmee fraude en/of misstanden te bestrijden/voorkomen.
Het jaar 2024 zal vooral worden gebruikt om inhaalslag te maken in het aantal meldingen van burgerzaken. Dit omdat de BOA’s dergelijke onderzoeken niet eerder hebben uitgevoerd. Wanneer deze inhaalslag is gemaakt, worden de adresonderzoeken een reguliere taak (verwachting 2025).
Toezicht op hangplekken is een reguliere taak. Projectmatig wordt daar nog het volgende mee gedaan:
Specifieke problemen krijgen een maatwerk aanpak, al of niet in samenwerking met de ketenpartners (o.a. politie, jongerenwerk). Denk hierbij aan fatbike- en scooteroverlast, alcohol- en drugsgebruik, horecaoverlast, overlast nabij scholen, overlast in parken, overlast in de Hoofdstraat etc. De reguliere vrijdagavond controles, in samenwerking met de politie, blijven gewaarborgd.
In Hillegom zijn er plaatsen waar wees(brom)fietsen het straatbeeld ontsieren of gevaar en/of hinder veroorzaken voor de verkeersveiligheid. Ook oefenen deze (brom)fietsen extra druk uit op de aanwezige stallingscapaciteit. De BOA’s gaan tweemaal per jaar een weesfietsenactie uitvoeren op het station. Door de wees(brom)fiets te labelen controleren zij hoe lang deze is gestald. Wanneer de betreffende (brom)fiets -na verstrijken van de termijn (6 weken)- nog op dezelfde plek staat, wordt deze verwijderd en 13 weken opgeslagen. De (brom)fietsen die niet door de betreffende eigenaren worden opgehaald, worden gedoneerd aan de Meerwinkel. De publicatie in de lokale krant vindt plaats vooraf en na verwijdering van de wees(brom)fiets.
6.4 Toezicht Alcoholwet/exploitatievergunning
De taken die de BOA’s uitvoeren in het kader van de Alcoholwet luiden als volgt:
- •
- •
- •
- •
Het uitvoeren van leeftijdscontroles op of nabij het evenemententerrein van evenementen die aantrekkelijk zijn voor jongeren. Het gaat hier om controle van jongeren die niet onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en met alcohol worden aangetroffen. Hetzij door wederverstrekking, hetzij verstrekt door de medewerker achter de bar die de leeftijd niet heeft gecontroleerd.
De werkzaamheden van de BWT’ers bestaan in hoofdzaak uit het toezichthouden op Omgevingswet gerelateerde taken. Hierbij moet men denken aan bijvoorbeeld het toezicht houden op bouwregelgeving en de voorschriften van het planologisch gebruik van gronden en gebouwen. Indien er overtredingen zijn, wordt er (met in achtneming van de prioriteiten in het VTH-beleid) handhavend opgetreden.
Het aantal bouwprojecten (groot/klein) is groot. De stijging heeft zich ingezet vanaf 2022 en zal nog niet dalen in 2024. Door o.a. deze toename, de handhaving op de huisvesting van arbeidsmigranten, sluiting/opening van panden en het werken met nieuwe wetgeving is het noodzakelijk geweest om met name voor de post “handhavingsverzoeken en meldingen” de geraamde uren naar beneden te brengen. Deze uren zijn naar verwachting, in vergelijking met voorgaande jaren, niet toereikend om alles direct op te pakken. Dit kan tot gevolg hebben dat de meldingen moeten worden geprioriteerd (wat pakken we wel/niet direct op). Handhavingsverzoeken zullen vrijwel direct worden opgepakt vanwege de korte beslistermijn (8 weken). Daarnaast kan het wellicht nodig zijn om bijv. het bouwtoezicht en de handhavingsprojecten te temporiseren (langzamer tempo/minder zaken oppakken).
De geraamde/beschikbare uren bepalen in welke mate uitvoering wordt gegeven aan het reguliere werk en projecten.
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Controles Basisadministratie adressen en gebouwen (BAG): Aan de hand van de “mutatiedetectie” van de BAG komen panden naar voren waarbij nader onderzoek nodig is. BWT voert deze controles uit en zal indien nodig ter plaatse gaan kijken. De bevindingen worden vervolgens teruggekoppeld aan de BAG. Indien BWT een strijdige situatie constateert wordt legalisatie onderzocht en indien nodig een handhavingstraject gestart. Deze laatstgenoemde werkzaamheden vallen onder een andere post: “handhavingsverzoeken/ meldingen”.
- •
Met projectmatige werkzaamheden wordt bedoeld; een proces waarbij binnen een bepaalde tijd wordt toegewerkt naar een gesteld doel. Het heeft in beginsel een eenmalig karakter en tijdelijk worden (indien van toepassing) verschillende disciplines bij elkaar gebracht om het betreffende doel te behalen.
In de loop der jaren zijn de activiteiten en bouwwerken op het landgoed dusdanig uitgebreid dat er sprake is van diverse strijdigheden. Het doel is om al de strijdigheden op te heffen doormiddel van o.a. legalisatie en sloop. Dit traject loopt al enkele jaren en zal ook zijn vervolg hebben in 2024. Om het traject gestroomlijnd te laten verlopen is er een werk- en een kerngroep samengesteld. Vanuit BWT wordt deelgenomen aan deze werkgroep.
Binnen de gemeente Hillegom bevinden zich 7 rijks- en 23 gemeentelijke monumenten. In het kader van de instandhoudingplicht dient tweejaarlijks de conditionele staat van deze monumenten te worden gecontroleerd. In 2020 is hiermee gestart. In 2024 wordt ter voorkoming van verloedering van deze monumenten opnieuw gecontroleerd op de instandhoudingsplicht (conditionele staat).
Uit eerdere (her)controles is gebleken dat bij 2 gemeentelijke monumenten onderhoud is vereist. Gezien op deze adressen projectplannen in vergaande ontwikkeling zijn, blijven wij dit volgen en treden waar nodig handhavend op.
Meldingen en/of handhavingsverzoeken die geen betrekking hebben op de instandhoudingsplicht van monumenten vallen niet onder dit project, maar onder de reguliere handhavingsuren.
Door de gemeenten Hillegom, Lisse en Teylingen was budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van dit HLT-brede project voor de duur van 4 jaar (2019 – 2022). In het eerste kwartaal van 2023 heeft de overdracht plaatsgevonden van de projectleider naar het cluster BWT en is de handhaving buitengebied weer een reguliere taak geworden. De werkzaamheden zijn echter nog niet geheel afgerond. Gezien de beperkte capaciteit/beschikbare uren bij de BWT’ers, juristen en bij Ruimtelijke ontwikkeling, worden de zaken getemporiseerd op prioriteit afgehandeld.
In het kader van het bouwtoezicht op projecten zijn structurele controles ingepland voor de volgende bouwprojecten:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
De voornoemde bouwprojecten vallen hoogstwaarschijnlijk niet onder de Wkb. Dit is pas het geval als de bouwmelding/aanvraag is ingediend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de wet (1 januari 2024).
De laatste jaren is een toename zichtbaar in het aantal meldingen omtrent bouwprojecten. De behandeling van deze meldingen is veelal arbeidsintensief. De meldingen gaan o.a. over: parkeeroverlast, plaatsing containers, overlast van groot verkeer en overlast van geluid en trillingen. Dit is vooral merkbaar bij inbreidingsprojecten vanwege de beperkte ruimte en korte afstand van omliggende bebouwing (woningen/bedrijven). Daarnaast krijgen wij meldingen die betrekking hebben op de uitvoering van de bouw, zoals bijv. onderaannemers die wijzigingen/aanpassingen doen die mogelijk vergunningsplichtig zijn.
Om dergelijke meldingen zo veel mogelijk te voorkomen wordt vooraf een bouwveiligheidsplan -inclusief de inrichting van het bouwterrein en aanrijroutes voor het bouwverkeer- opgesteld. Daarnaast wordt met de aannemers vooraf besproken hoe zij de overlast kunnen beperken. Ook wordt hen benadrukt om de omwonenden/bedrijven te informeren over bijv. de start van de heiwerkzaamheden met een telefoonnummer van de bouwer.
Op jaarbasis staat 1 fte voor 1.872 beschikbare uren. Na aftrek van improductieve uren is er een restant van 1284 productieve uren.
De gemeente Hillegom beschikt over 3,79 fte (4.866 uur) aan BOA-formatie en 1,9 fte (2.514 uur) aan BWT-formatie. Echter zijn voor BWT in 2024 minder uren beschikbaar door gebruikmaking van bijzonder verlofregelingen. Hierdoor komt het aantal beschikbare uren op 2.131. Daarnaast is nog 0,47 fte HLT-breed aan BWT-formatie beschikbaar, maar is niet in te vullen door o.a. krapte op de arbeidsmarkt en het beperkte aantal uren.
Bij de werving van nieuw personeel de laatste jaren hebben wij, ook door de krapte op de arbeidsmarkt, gekozen voor mensen zonder gemeentelijke ervaring, maar wel met de benodigde competenties. Er wordt daarom flink geïnvesteerd in opleiden en trainen.
Voor zowel de BOA’s als de BWT’ers is voor geheel HLT 1,2 fte (inclusief -0,2 fte generatiepact) aan administratieve ondersteuning en 3,5 fte aan handhavingsjuristen beschikbaar. (De beschikbaarheid van de handhavingsjuristen is bepalend om door te kunnen pakken bij handhavingszaken)
Bij het verdelen van de beschikbare uren is allereerst gekeken naar de werkzaamheden die in ieder geval moeten worden uitgevoerd. Dit aantal uren is o.a. bepaald aan de hand van ervaringen uit het verleden. Vervolgens zijn de resterende uren verdeeld op basis van de prioriteiten en doelstellingen in het VTH-beleidsplan en het Integraal Veiligheidsbeleid en politieke wensen.
De uitvoering van het reguliere werk en projecten is afhankelijk van de keuzes in de hieronder geraamde uren.
De uitvoering van het reguliere werk en projecten is afhankelijk van de keuzes in de hieronder geraamde uren.
De meeste handhavingsbesluiten worden genomen op het gebied van illegaal bouwen en strijdigheid met het omgevingsplan en APV. Tegen deze besluiten staat bezwaar en beroep open. De vooraanschrijving, de besluiten en de juridische procedures die kunnen volgen, worden door de handhavingsjuristen behandeld.
In zijn algemeenheid geldt dat ook bij de juristen prioriteiten moeten worden gesteld met betrekking tot hun inzet. Aan de hand van o.a. de veiligheidssituatie en de prioritering in het VTH beleid worden keuzes gemaakt welke zaken als eerste juridische opvolging krijgen. Deze keuzes worden in gezamenlijk overleg met de handhavingsjuristen, toezichthouders (zowel BWT’ers als BOA’s) en eventueel externe partners bepaald. Zo nodig worden deze keuzes afgestemd met de betrokken portefeuillehouder(s).
Monitoring en evaluatie is van belang om na te gaan of het toezicht en de handhaving volgens planning verloopt. Daarnaast kan, waar nodig, tijdig worden bijgestuurd. Met behulp van een registratiesysteem wordt de voortgang en het resultaat bewaakt.
Aan het einde van het handhavingsjaar 2024 wordt deze geëvalueerd en de belangrijkste constateringen worden meegenomen in de “Evaluatie HUP 2024”. In deze evaluatie wordt aangegeven in hoeverre de voorgenomen werkzaamheden zijn uitgevoerd. Deze evaluatie dient - voor zo ver mogelijk i.v.m. de strakke Interbestuurlijk toezicht (IBT) richtlijnen van de Provincie (vaststelling HUP vóór 1 februari)- als input voor het HUP 2025. Dit betekent dat bij het vaststellen van het HUP wij niet al de gegevens (laatste maanden van het jaar) paraat hebben. Maar gezien de veelal consistente lijn in de werkzaamheden zijn wij in staat om deze waar nodig te extrapoleren. Uit ervaring blijkt dat wij hierdoor o.a. de urenraming goed kunnen inschatten.
Bijlage: prioriteiten VTH-beleid
Alcoholwet, APV, overige verordeningen, Regelement voor verkeersregels en verkeerstekens (RVV)