Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hillegom,
Gelet op artikel 2:10, derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Hillegom;
Overwegende dat:
- –
het verboden is een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als dat gebruik:
- a.
schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of
- b.
niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
- –
het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels voor reclameborden en uitstallingen kan stellen;
- –
het college bij besluit van 23 april 2013 de “Beleidsregel voor het plaatsen van voorwerpen op of aan openbare plaatsen in strijd met de publieke functie ervan (artikel 2:10 APV Hillegom)” heeft vastgesteld;
- –
reclameborden en uitstallingen hinder kunnen opleveren voor de weggebruiker, en dat door de plaatsing van dergelijke voorwerpen op of aan de weg sprake kan zijn van gevaar voor het doelmatig en veilig gebruik van de weg;
- –
dat het college evenwel ruimte wenst te geven voor het plaatsen van reclameborden en uitstallingen ten behoeve van economische activiteiten van ondernemers binnen de gemeente voor zover dit geen belemmering vormt voor de bruikbaarheid van de weg.
Besluit vast te stellen de volgende Nadere regels reclameborden en uitstallingen gemeente Hillegom 2023:
Artikel 1 Begripsbepaling
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a.
Centrum: het gebied in het centrum van Hillegom zoals aangegeven in oranje op de kaart in bijlage 1.
- b.
Centrum – Aanloopgebied: het gebied in het centrum van Hillegom zoals aangegeven in blauw op de kaart in bijlage 1.
- c.
Buitengebied: het gebied dat niet onder het gebied ‘Centrum’ of ‘Centrum – Aanloopgebied’ valt.
- d.
Reclameborden: alles wat direct voor de gevel van een pand op de stoep wordt geplaatst op een losse voet met een onmiskenbare relatie met de bedrijfsactiviteiten van de in dat pand gevestigde onderneming en gericht is op het vestigen van de aandacht op de winkel. Hieronder vallen losse reclame- of aanbiedingsborden, stoepborden of banners.
- e.
Uitstalling: alles wat direct voor de gevel van een pand op de stoep wordt geplaatst op een losse voet om goederen aan te bieden voor verkoop of de aantrekkelijkheid van de winkel te verhogen. Hieronder vallen goederen en/of stoffen, kledingrekken en uitstallingen voor daghandel in versproducten, dagbladen en dergelijke en speelattributen en decoratieve objecten (bijvoorbeeld bloembakken).
- f.
Winkel: elke openbare inrichtingen als bedoeld in art. 2:27 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Artikel 2 Algemene bepalingen over reclameborden en uitstallingen
- 1.
Reclameborden en uitstallingen mogen alleen zijn opgesteld tijdens openingstijden van de betreffende winkel.
- 2.
Reclameborden en uitstallingen worden dagelijks bij sluitingstijd van de winkel van het openbare gebied verwijderd. De winkelstraat wordt schoon en leeg achtergelaten.
- 3.
Tijdens marktdagen, evenementen of andere activiteiten op de openbare plaats wordt de mogelijkheid tot het plaatsen van uitstallingen beperkt indien dat voor het ordelijk verloop van de betreffende activiteit noodzakelijk is. De toezichthouder namens de gemeente oordeelt hierover en geeft aanwijzingen voor het anders plaatsen of verwijderen van de uitstallingen. Deze aanwijzingen moeten worden opgevolgd.
- 4.
Reclameborden en uitstallingen moeten zodanig geplaatst worden dat er te allen tijde voldoende vluchtmogelijkheden zijn bij calamiteiten.
- 5.
De uitstaller dient de openbare weg te reinigen of te laten reinigen, indien die weg is verontreinigd als gevolg van het uitstallen van de goederen.
Artikel 3 Bepalingen over de plaatsing van reclameborden en uitstallingen
- 1.
Reclameborden en uitstallingen mogen alleen direct tegen de gevel en binnen 1 meter van de gevel van de bijbehorende winkel geplaatst worden.
- 2.
Reclameborden en uitstallingen mogen maximaal 1 meter breed zijn, gemeten vanuit de gevel, zolang kan worden voldaan aan het eerste lid.
- 3.
Winkels zonder eigen ingang op de begane grond mogen, mits er voldoende ruimte is, één stoepbord op de begane grond plaatsen onder de volgende aanvullende voorwaarden:
- a.
Het stoepbord staat binnen de strook van 1 meter direct aansluitend aan de zijkant van de trap.
- b.
Het stoepbord versmalt niet de vluchtroute vanaf de trap of vanuit een ander pand.
- c.
Het stoepbord staat niet direct voor de gevel van een andere winkel.
- 4.
Onverminderd het eerste lid moet altijd een minimale vrije doorgang behouden blijven voor voetgangers van:
- a.
1.50 meter in het gebied ‘Centrum’;
- b.
1.80 meter in het gebied ‘Centrum – Aanloopgebied’;
- c.
en 1.80 meter in het gebied ‘Buitengebied’.
- 5.
Er is maximaal één speeltoestel per winkel toegestaan
- 6.
Er is maximaal één reclamebord per winkel toegestaan.
- 7.
Er is maximaal één uitstalling per winkel toegestaan.
- 8.
De toegangspaden tot de ingang van het pand en tot eventuele nooduitgangen dienen over de volle deurbreedte geheel vrij gehouden te worden.
- 9.
Toegang tot naast- en bovenliggende woningen, instellingen en bedrijven dient over de volle deurbreedte te worden vrijgehouden.
Artikel 4 Afmetingen, uitstraling en veiligheidsvoorschriften
- 1.
De diepte vanaf de gevel bedraagt maximaal 1,00 meter.
- 2.
Er mogen geen (uitstekende) bevestigingsmaterialen in de ondergrond worden aangebracht om de uitstalling op te bevestigen.
- 3.
Reclameborden en uitstallingen moeten voldoende stabiel staan.
- 4.
Losstaande reclameborden en uitstallingen mogen niet worden opgesteld als de weersomstandigheden zodanig zijn dat de borden kunnen om- of wegwaaien.
- 5.
De kwaliteit en uitstraling van reclameborden en uitstallingen moet zodanig zijn dat het beoogde aanzien van de omgeving hierdoor niet wordt geschaad. Reclameborden en uitstallingen dienen schoon en heel te zijn. Daarnaast moeten de reclameborden en uitstallingen veilig zijn in het gebruik.
- 6.
Reclameborden en uitstallingen moeten op eerste aanzegging van het bevoegd gezag of de door het bevoegd gezag ingestelde toezichthouder worden verwijderd, indien dit met het oog op de openbare orde en veiligheid en/of werkzaamheden aan de openbare weg noodzakelijk wordt geacht.
- 7.
Het uitstallen van goederen mag geen gevaar voor de omgeving en/of gevaar voor de voorbijgangers opleveren.
Artikel 5 Verhouding tot andere nadere regels
- 1.
Onderhavige nadere regels laten andere nadere regels, met betrekking tot artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hillegom, onverlet. Bij strijdigheid tussen onderhavige nadere regels en andere nadere regels met betrekking tot 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hillegom hebben onderhavige nadere regels voorrang boven voornoemde andere nadere regels.
Slotbepalingen
Artikel 6 Inwerkingtreding
Deze nadere regels treden de dag na bekendmaking in werking.
Artikel 7 Citeertitel
Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels reclameborden en uitstallingen gemeente Hillegom.