Ga naar de inhoud

Vergunningverlening Uitvoering Programma Hillegom 2024

Publicatiedatum:
woensdag 10 januari 2024
Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Type bekendmaking:
beleidsregel



Vergunningverlening Uitvoering Programma Hillegom 2024

Samenvatting

Voor u ligt het Vergunningverlening Uitvoering Programma (VUP) Hillegom 2024. Het VUP is een nadere periodieke uitwerking van het VTH-beleidsplan gemeente Hillegom 2024-2027. (VTH = Vergunningverlening Toezicht en Handhaving). Onder andere de beleidsmatige keuzes uit het VTH-beleidsplan worden hierin vertaald naar uitvoeringsniveau. Het VTH beleidsplan is tot stand gekomen in samenspraak tussen de teams Vergunningen (Publieksservice) en Toezicht en Handhaving (Buitenruimte) en afgestemd met interne en externe betrokkenen.

 

Waarom dit Vergunningverlening Uitvoering Programma (VUP) Hillegom 2024?

De gemeente Hillegom is verplicht om periodiek een uitvoeringsprogramma op te stellen met betrekking tot de vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavende activiteiten in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Na 1 januari 2024 zal het juridisch kader de Omgevingswet zijn. De Wabo (Omgevingswet) vergunningverleningstaken en de vergunningverleningstaken volgend uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Bijzondere Wetten (BW) hebben echter veel raakvlakken. Ook worden de vergunningstaken als geheel door hetzelfde team van HLTsamen uitgevoerd. Om deze redenen zijn zowel in het VTH-beleidsplan als in het VUP ook de taken volgend uit de APV/BW meegenomen. De Omgevingsdienst West-Holland (ODWH) voert op mandaatbasis de milieu gerelateerde vergunning- en handhavingstaken voor de gemeente Hillegom uit.

 

De taken op het gebied van vergunningverlening en toezicht/handhaving zijn omwille van transparantie en objectiviteit organisatorisch gescheiden. De toezicht en handhavingstaken maken daarom geen onderdeel uit van dit uitvoeringsprogramma. Deze taken zijn ondergebracht in het Handhaving Uitvoering Programma (HUP), en vallen onder het domein Buitenruimte.

 

Het uitvoeringsprogramma vloeit dus voort uit het VTH-beleidsplan 2024-2027 en dient de daarin opgenomen beleidsdoelstellingen. Het uitvoeringsprogramma wordt door B&W vastgesteld en bekend gemaakt aan de gemeenteraad.

 

Kaders

Voor de behandeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning enerzijds en de handhavende taken anderzijds zijn diverse wettelijke regelingen van belang die de procesgang bepalen en de rechtsmiddelen beschrijven. De betreffende wettelijke regelingen en beleidskaders zijn in dit uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen beschreven.

 

Transitie Omgevingsrecht

In dit VUP staan de belangrijkste (organisatorische, juridische en maatschappelijke) ontwikkelingen beschreven die van invloed zijn (geweest) op het opstellen van het VTH-beleidsplan, en daarmee ook op de uitvoering (VUP).

Dit zijn:

  • Omgevingswet

    De Omgevingswet is wederom uitgesteld, tot 1 januari 2024, maar lijkt nu toch daadwerkelijk in werking te treden. De voorbereiding hierop in 2023 zal in 2024 in de praktijk worden gebracht. Het voorliggende VUP heeft daarom veel overeenkomsten met het VUP van 2023. Daarin genoemde activiteiten gaan in de praktijk toegepast worden.

  • Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)

    Ook hiervoor geldt naar aanleiding van het uitstel tot 1 januari 2024 (nieuwbouw) en 1 januari 2025 (verbouw), dat de in 2023 ingezette voorbereidingsactiviteiten verder worden verfijnd en dit jaar in de praktijk worden gebracht.

  • Kwaliteitscriteria 2.2

Uitvoering

In dit hoofdstuk worden de kernactiviteiten weergegeven. Het gaat hierbij met name om vergunningverlening t.a.v. de taakvelden Wabo (Omgevingswet) en APV/Bijzondere Wetten. Het grootse deel van de werkzaamheden bestaat uit reguliere werkzaamheden. Aandacht wordt gegeven aan de verwachte werkvoorraad en de komende ontwikkelingen. Verder zijn er activiteiten welke voortvloeien uit de beleidsdoelstellingen, o.a. van het VTH-beleidsplan. Omdat de Omgevingswet en de Wkb nu daadwerkelijk in werking treden zullen wij ons in 2024 vooral naast de reguliere werkzaamheden richten op het verder verfijnen van de uitvoeringsprocessen en het opdoen van werkervaring met de nieuwe regels.

 

Borging uitvoering

Om de vergunning-taken adequaat te kunnen uitvoeren moet aan een aantal aspecten worden voldaan. Het gaat hierbij om de borging van de financiën, de borging van de kritieke massa (personeelsformatie), het maken van procesafspraken en de samenwerking met externe partijen. In dit uitvoeringprogramma wordt hieraan aandacht besteed.

 

VTH-beleidscyclus

Een VUP van een betreffend jaar moet vóór 1 februari van dat jaar door het college zijn vastgesteld. Achtereenvolgens wordt dit vóór 1 juli van dat jaar aan de raad ter kennisname aangeboden en voor 15 juli naar de Provincie gestuurd.

 

Voor evaluaties van het voorgaande VUP geldt dat deze vóór 15 juli door het college zijn vastgesteld en dat vóór 1 oktober de raad en de Provincie over de evaluatie zijn geïnformeerd. Dit betekent dat in het voorliggende VUP van 2024 conform de Bestuursovereenkomst de evaluatie van 2022 is verwerkt.

 

In het eerste kwartaal van 2025 wordt geëvalueerd hoe de uitvoering, zoals in dit uitvoeringsplan beschreven, gerealiseerd is. In het opvolgende VUP wordt rekening gehouden met deze evaluatie en waar nodig worden zaken bijgestuurd.

 

1. Inleiding

Op grond van de Wabo/Wet VTH (juridisch kader wordt per 1 januari 2024 Omgevingswet) is de gemeente verplicht om jaarlijks een uitvoeringsprogramma op te stellen met betrekking tot de vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavende activiteiten in het kader van het omgevingsrecht. De Omgevingswet gerelateerde taken en de vergunningverleningstaken volgend uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Bijzondere Wetten (BW) hebben echter veel raakvlakken. Ook worden de vergunningstaken als geheel door hetzelfde team van HLTsamen uitgevoerd. Om deze redenen zijn zowel in het VTH-beleidsplan als in het VUP ook de taken volgend uit de APV/BW meegenomen.

 

Voor u ligt het Vergunningverlening Uitvoering Programma (VUP) Hillegom 2024. Het VUP is een nadere periodieke uitwerking van het VTH-beleidsplan Gemeente Hillegom 2024-2027. Beleidsmatige keuzes uit het VTH beleidsplan worden hierin vertaald naar uitvoeringsniveau. Als gevolg van de hierboven genoemde keuze is het VUP geschreven voor zowel de Omgevingswet-, de APV-, als de taken volgend uit de Bijzondere Wetten.

 

De wet VTH was tot nu toe het juridisch kader. Via de Invoeringswet Omgevingswet wordt de beleidscyclus onder de Omgevingswet gebracht. De bestaande beleidscyclus wordt daarmee onder de Omgevingswet gecontinueerd.

 

De Omgevingsdienst West-Holland (ODWH) voert op mandaatbasis de milieu gerelateerde vergunning- en handhavingstaken voor de gemeente Hillegom uit.

 

De taken op het gebied van vergunningverlening en toezicht/handhaving zijn omwille van transparantie en objectiviteit organisatorisch gescheiden. De toezicht en handhavingstaken (van zowel de eigen organisatie als de ODWH) maken daarom geen onderdeel uit van dit uitvoeringsprogramma. Deze taken zijn ondergebracht in het Handhaving Uitvoering Programma (HUP), dat wordt namens het college opgesteld door het domein Buitenruimte.

 

Het uitvoeringsprogramma vloeit dus voort uit het VTH-beleidsplan 2024-2027 en dient de daarin opgenomen beleidsdoelstellingen. Het uitvoeringsprogramma wordt door B&W vastgesteld en bekend gemaakt aan de gemeenteraad en de Provincie Zuid Holland.

2. Kaders

2.1 Wettelijk kader (op hoofdlijnen)

  • 1.

    Omgevingswet;

  • De Omgevingswet vormt de basis van het wettelijk stelsel van de totale Omgevingswet-regelgeving. De Omgevingswet gaat over de fysieke leefomgeving. Onder de Omgevingswet geldt een algemene zorgplicht. Dit houdt in dat overheden, bedrijven én burgers verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving.

  • De Omgevingswet stelt maatschappelijke doelen met het oog op duurzame ontwikkeling, bewoonbaarheid van het land en het beschermen en verbeteren van het leefmilieu. De Omgevingswet gaat uit van het subsidiariteitsbeginsel (decentraal, tenzij). Dit betekent dat de taken en bevoegdheden die de wet benoemt in principe worden uitgevoerd door gemeenten en waterschappen.

  • Onder Omgevingswet vallen de 4 onderstaande algemene maatregelen van bestuur (AMVB’s) en de Omgevingsregeling.

  • 2.

    Besluit activiteiten leefomgeving (Bal);

  • In het Bal staan algemene regels voor activiteiten in de fysieke leefomgeving, waaronder milieubelastende activiteiten.

  • 3.

    Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl);

  • In het Bbl staan algemene regels over bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken.

  • 4.

    Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl);

  • In het Bkl staan regels over omgevingswaarden, instructieregels, beoordelingsregels en regels voor monitoring.

  • 5.

    Omgevingsbesluit;

  • In het Omgevingsbesluit staan de regels over het bevoegd gezag voor omgevingsvergunningen, procedures, handhaving en uitvoering en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

  • 6.

    Omgevingsregeling;

  • In de Omgevingsregeling staan vooral technische en administratieve regels, zoals regels voor aanvraagvereisten, meet en rekenmethoden en financiële bepalingen.

  • 7.

    Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb);

  • De Wkb regelt het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. Bij de oplevering van een bouwwerk moet de aannemer aantonen dat aan de bouwregelgeving is voldaan.

  • 8.

    Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)*;

  • De Wabo regelt onder andere het verbod om zonder omgevingsvergunning bepaalde activiteiten uit te voeren. Daarnaast is vastgelegd welk toetsingskader voor een aanvraag geldt en wanneer een aanvraag omgevingsvergunning dan ook moet worden geweigerd. Er wordt duidelijkheid gegeven over welke soort procedure (regulier of uitgebreid) en bijbehorende beslistermijn van toepassing is.

  • 9.

    Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor)*;

  • De Mor regelt de indieningsvereisten voor een aanvraag omgevingsvergunning per activiteit en regelt ook welke documenten op een later tijdstip mogen worden aangeleverd;

  • 10.

    Besluit omgevingsrecht (Bor)*.

  • Het Bor regelt onder andere in welke situaties een omgevingsvergunning brandveilig gebruik moet worden ingediend. Verder regelt het Bor de verplichting tot het opstellen van een beleidsplan in combinatie met een uitvoeringsplan en welke specifieke onderdelen in dit beleid dienen te worden benoemd. De bijlagen van het Bor bevatten verder de (1) vergunningsvrije criteria voor die gevallen waarin geen omgevingsvergunning benodigd is, (2) de mogelijkheden om in afwijking van een bestemmingsplan medewerking te kunnen verlenen aan een aanvraag omgevingsvergunning;

  • 11.

    Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (Wet VTH)*.

  • De wet VTH is op 14 april 2016 in werking getreden. Het doel van deze wet is een veilige en gezonde leefomgeving, door het bevorderen van de kwaliteit en samenwerking bij de uitvoering van het omgevingsrecht. De wet is een invulling van de Wabo, formaliseert de Omgevingsdiensten en regelt de randvoorwaarden voor gemeenten en provincies om tot een hogere kwaliteit te komen. Zo wordt het basistakenpakket van de omgevingsdiensten wettelijk vastgelegd en worden gemeenten verplicht een verordening kwaliteit VTH te hebben. In deze verordening dient de gemeenteraad de kaders vast te leggen waaraan de uitvoering van de basistaken minimaal dient te voldoen;

  • 12.

    AMvB VTH*.

  • Naast de wet VTH is er ook de zogenaamde AMvB VTH (Besluit tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving)), welke op 1 juli 2017 in werking is getreden. In deze AMvB wordt een vertaalslag gemaakt naar het Bor. Ook zijn procescriteria opgenomen voor vergunningverlening;

  • 13.

    Bouwbesluit 2012*.

  • Het Bouwbesluit bevat de bouwtechnische voorschriften waaraan zowel de bestaande bouwwerken alsmede de nieuw te realiseren bouwwerken dienen te voldoen. Tevens wordt in het Bouwbesluit de verplichting tot het indienen van een sloopmelding dan wel een melding brandveilig gebruik geregeld en welke procedure beide meldingen dienen te doorlopen;

     

    De met een * gemarkeerde regelgeving zijn opgenomen in de Omgevingswet en/of aanverwante regelgeving. Na inwerking treden van de Omgevingswet zijn deze onderdelen vervallen. De datum van indiening bepaalt welke regelgeving van toepassing is.

  • 14.

    Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • De Awb bevat de algemene regels van het bestuursrecht met betrekking tot de verhouding tussen de overheid enerzijds en de inwoners, bedrijven en overige instanties anderzijds alsmede de diverse overheidsorganen onderling. Verder regelt de Awb de bevoegdheden van bestuursorganen tot het nemen van besluiten. Hoe de besluiten moeten worden voorbereid, gemotiveerd, bekendgemaakt en ook het recht tot het maken van bezwaar en het instellen van beroep;

  • 15.

    Wet op de kansspelen. Kansspelen worden gereguleerd door deze wet. In veel gevallen is een vergunning nodig om kansspelen te organiseren;

  • 16.

    Alcoholwet.

  • Deze wet heeft gemeenten de verantwoordelijkheid over vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot drank en horeca. Het stelt gemeenten verplicht om een preventie- en handhavingsplan alcohol vast te stellen;

  • 17.

    Wegenverkeerswet (WVW)

  • De WVW vormt de basis voor de regelgeving van het wegverkeer. Deze is van toepassing indien dit betrekking heeft op de leefbaarheid en valt binnen de bevoegdheden van de boa’s;

  • 18.

    Winkeltijdenwet.

  • Deze wet regelt de openingstijden van winkels;

2.2 Beleidskader (op hoofdlijnen)

  • 1.

    Verordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht Hillegom

  • De vergunningen en handhaving beleidscyclus vindt zijn basis in de Verordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht Hillegom. Ook worden in deze verordening de kwaliteitscriteria voor de uitvoering van de VTH taken van toepassing verklaard. Deze kwaliteitscriteria zijn in breed overleg tussen Rijk, Provincies en VNG vastgesteld.

  • 2.

    VTH-Beleidsplan Gemeente Hillegom 2024-2027. In het VTH-Beleidsplan gemeente Hillegom 2020-2024 is op strategisch niveau beschreven hoe de taken op het gebied van Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) gedurende vier jaar worden opgepakt. Het VTH-beleidsplan is een beleidsregel, met dit beleidsplan en de bijbehorende jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s waaronder dit VUP, wordt door het college de kwaliteit van de uitvoering van de VTH geborgd. Het gaat hierbij op uitvoeringsniveau om de taken op het gebied van bouwen, ruimtelijke ordening, milieu, Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wetten.

  • 3.

    Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In de APV staat de gemeentelijke regelgeving op het gebied van openbare orde en veiligheid. Elke gemeente heeft een eigen APV en deze geldt voor iedereen binnen de gemeente. Uit de regels van de APV blijkt of ergens een vergunning of melding op het gebied van openbare orde en veiligheid voor nodig is. Voorbeelden van onderwerpen in de APV zijn: evenementen, horeca, vuurwerk, parkeren, geluidshinder, prostitutie, etc.

3. Transitie omgevingsrecht

3.1 Omgevingswet

De Omgevingswet is de basis voor een nieuw regelgevingsstelsel voor de fysieke leefomgeving en behelst een grootschalige transitie van het Omgevingsrecht. Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet volgens de huidige planning in werking. Het kabinet wil met de Omgevingswet het aantal regels verminderen, bereiken dat de verschillende plannen voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur beter op elkaar worden afgestemd en dat duurzame projecten gestimuleerd worden. Ook wil men meer ruimte geven aan gemeenten, provincies en waterschappen, zodat zij hun omgevingsbeleid kunnen afstemmen op hun eigen behoeften en doelstellingen.

 

Bron afbeelding: Aandeslagmetdeomgevingswet

 

De Omgevingswet zal voor de vergunningverlening en de handhaving verandering brengen. Zo kunnen er onder invloed van het omgevingsplan (in plaats van de bestemmingsplannen) meer mogelijkheden komen initiatieven.

 

Naast het leveren van (digitale) producten en diensten zal de faciliterende, adviserende en informerende rol van de gemeente in samenwerking met haar inwoners en ondernemers toenemen. Flexibiliteit in benadering en contact is dus belangrijk. Wij moeten kunnen inspelen op maatwerk vraagstukken (burgerinitiatieven, co-creatie en meervoudige, complexe vragen). Meer maatwerk ontstaat doordat de participatie-samenleving steeds meer gestalte krijgt; de inwoners gaan (meer) bepalen wat er in hun wijk gebeurt. Onze inwoners en ondernemers worden vaker samenwerkingspartners. De nieuwe wetgeving vraagt een hierbij passende, andere dienstverlening. De verwachting van de wetgever is dat het onder invloed van de Omgevingswet voor inwoners en ondernemers gemakkelijker wordt om hun wensen ten aanzien van de fysieke leefomgeving in te brengen en te realiseren. De dienstverlening zal gegroepeerd worden rond de initiatiefnemer; samen met hem en zijn omgeving worden initiatieven vormgegeven. Het gaat niet alleen om co-creatie, maar ook om eventueel samen naar alternatieven zoeken en inleving, de zogenoemde ‘ja-mits’ houding.

 

3.2 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)

In het wetsvoorstel ‘kwaliteitsborging voor het bouwen’ (Wkb) is het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging in de bouw geïntroduceerd. Met dit nieuwe stelsel wordt beoogd meer verantwoording bij marktpartijen neer te leggen. De rol van de gemeente als bevoegd gezag verandert door het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging in de bouw. De bouwtechnische toets en het toezicht tijdens de bouw zullen in het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging in de bouw uitgevoerd worden door een marktpartij en niet meer door de gemeente. De gemeente behoudt wel haar taak voor de planologische beoordeling, welstandstoets en toetsing van de omgevingsveiligheid. Ook blijft de gemeente verantwoordelijk voor (toezicht op) welstand, monumenten, bestaande bouw (minimumeisen bestaande bouw en gebruikseisen).

 

De verwachting is dat de Wkb tegelijk met de Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking zal treden. Voor verbouwactiviteiten is dit 1 januari 2025. Begonnen wordt met bouwwerken die vallen onder de gevolgklasse 1 (eenvoudigere bouwwerken zoals grondgebonden woningen, woonboten, vakantiewoningen en bedrijfspanden met maximaal 2 bouwlagen). Het bouwtechnische gedeelte van het werk valt daarmee deels weg bij de gemeente. Na drie jaar wordt de werking van de Wkb door de minister geëvalueerd. Afhankelijk van de evaluatie volgt mogelijk uitbreiding van het systeem naar andere meer complexe bouwwerken die vallen onder de gevolgklasse 2 en 3. Op zijn vroegst is dit in 2028. Dit is echter niet meer in de wet meegenomen en wordt een nieuw traject.

4. Uitvoering

In dit hoofdstuk worden de kernactiviteiten van 2024 weergegeven. Het grootse deel van de werkzaamheden bestaat uit de reguliere werkzaamheden. Verder zijn er activiteiten welke voort vloeien uit de beleidsdoelstellingen van het VTH-beleidsplan. Aandacht wordt gegeven aan de verwachte werkvoorraad.

 

In de evaluatie van het Vergunningverlening Uitvoering Programma Hillegom 2022 zijn een aantal actiepunten genoemd. Deze zullen, indien van toepassing, bij de onderstaande activiteiten in een blauwe kleur worden vermeld.

 

4.1 Kernactiviteiten, reguliere werkzaamheden

Het grootse deel van de werkzaamheden van team Vergunningen, onderdeel van HLTsamen, bestaat (uiteraard) uit het behandelen van aanvragen om vergunningen. Het gaat hierbij om de taakvelden Wabo (wordt Omgevingswet) en APV/Bijzondere Wetten. Deze werkzaamheden zijn dus direct aan een specifieke aanvraag of melding te relateren. Naast deze directe werkzaamheden zijn er ook taken die betrekking hebben op hetzelfde taakveld, maar waar geen aanvraag of melding aan ten grondslag ligt. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om de volgende werkzaamheden:

  • Behandeling van principeverzoeken/conceptaanvragen;

  • beantwoording van telefonische vragen;

  • behandeling/beantwoording van email en brieven;

  • informatieverstrekking bezoekers (balie);

  • applicatiebeheer;

  • overige aanvragen, bijvoorbeeld verhuur leegstaande woningen, parkeerontheffingen, etc.;

  • deelname aan interne projectgroepen, voorbereiding op nieuwe ontwikkelingen;

  • ondersteuning andere teams, bijvoorbeeld meelezen van (concept)stukken etc.;

  • verstrekken van documenten uit het bouwarchief.

Genoemde werkzaamheden worden voor de HLT-gemeenten volgens dezelfde processen afgehandeld, echter onder toepassing van het geldende gemeente-specifieke beleid. In de verdeling van de onderlinge aantallen is uiteraard wel de individuele gemeentelijke omvang terug te zien. Maar met betrekking tot deze aantallen en de daaruit volgende werkzaamheden, hoeft er voor de taakuitvoering per gemeente geen onderscheid te worden gemaakt. Over een periode van meerdere jaren zullen eventuele verschillen in jaarlijkse aantallen elkaar ook weer opheffen is in de praktijk gebleken. Daarom wordt uitgegaan van de aantallen van de HLT-gemeenten als geheel.

 

Onder invloed van de Omgevingswet zal het ambitieniveau van de HLT-gemeenten mede bepalend zijn voor de hoeveelheid aanvragen en uitvoeringsprocessen. Deze invloed zal zich echter eventueel pas na jaren laten gelden, na aanpassing van het van rechtswege ontstane omgevingsplan.

4.1.1 Taakveld Wabo (wordt Omgevingswet)

De werkvoorraad, dat wil zeggen het aantal aanvragen dat wordt ingediend, is gezien het bovenstaande slechts alleen door beleidsmatige keuzes beperkt stuurbaar. Als een aanvrager de noodzaak ziet een vergunningaanvraag in te dienen of een melding te doen, moeten wij deze behandelen conform de geldende wetten/regels en termijnen. Daarbij zijn er factoren die het aantal aanvragen beïnvloeden, zoals conjunctuur en maatschappelijke ontwikkelingen. Maar daar heeft een gemeente geen invloed op. Voor een prognose van de werkvoorraad zijn wij aangewezen op gegevens en tendensen uit het verleden. Deze gegevens zijn uiteraard bekend:

 

Specifiek voor Hillegom ontvingen wij in 2022:

 

De aantallen in de tabellen betreffen zowel aanvragen om een omgevingsvergunning als principeverzoeken. (Van de overige werkzaamheden onder 4.1 worden de aantallen niet bijgehouden.)

 

Het aantal Wabo aanvragen lag in 2022 wat lager dan in 2021. Dit is overigens een landelijke tendens. Naar alle waarschijnlijkheid is dit te koppelen aan de inflatie en de stijging van de rente.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

Rekening houden met het aanbod van aanvragen om een Omgevingsvergunning als in 2021/2022.

 

Het is aannemelijk er van uit te gaan dat voor de nabije toekomst het aantal aanvragen in de lijn van de voorgaande jaren zal liggen. Met name omdat de huidige bestemmingsplannen van rechtswege overgaan in het Omgevingsplan. Voor bepaalde aanvragen zal de technische toets uitgevoerd worden door een private toetser. De invloed hiervan op het werkaanbod zal vooralsnog zeer beperkt zijn, omdat dit (nieuwbouw)aanvragen betreft welke vallen onder risicoklasse 1.

 

Voorbeelden van deze bouwwerken zijn grondgebonden eengezinswoningen, bedrijfsbebouwing niet hoger dan 2 lagen en eenvoudige fiets- en voetgangersbruggen. Deze bouwwerken worden getoetst door een gecertificeerde kwaliteitsborger. Het bevoegd gezag (het college) wordt door middel van een bouwmelding geïnformeerd over het resultaat van de toetsing en de gerealiseerde toestand.

 

Er is een grote diversiteit aan aanvragen mogelijk. Dit varieert tussen beperkt van omvang en invloed (bijvoorbeeld dakkapel) tot complex (bijvoorbeeld groot woongebouw met aanverwante bijeenkomst- en zorgfuncties). Daarnaast zijn er binnen het proces ook grote verschillen mogelijk. Volgt de juridische procedure de kortst mogelijke weg, of wordt er via bezwaar en beroep tot en met de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State doorgeprocedeerd? Dit is in principe voor zowel eenvoudige als complexe plannen mogelijk.

 

Alle mogelijke aanvraagtypen zijn daarom niet uitgesplist en achtereenvolgens voorzien van een urenprognose, omdat de (combinatie van) aantallen, de aanvraagtypologie en het verloop van de procedure niet plan-baar zijn.

4.1.2. Taakveld APV/BW

Evenals bij de Wabo werkvoorraad is ook hier het aantal aanvragen slechts alleen door beleidsmatige keuzes beperkt stuurbaar. Hiervoor gelden verder dezelfde redenen als genoemd bij de Wabo paragraaf.

 

Opvallend is dat er in 2021 en 2022 minder aanvragen en meldingen zijn gedaan dan de jaren daarvoor. Dit verschil is verklaarbaar door de (nasleep) van de Corona-pandemie. Het betreft hier met name de aanvragen voor evenementen en aanverwante zaken. Daarvoor in de plaats is echter veel tijd besteed aan voorlichting, met name omdat er veel vragen binnen kwamen naar aanleiding van de continue veranderende situatie op grond van bijvoorbeeld de noodverordeningen en beperkingen, die het gevolg waren van het landelijk Coronabeleid.

 

Ook bij APV/Bijzondere Wetten geldt dat er een grote diversiteit aan aanvragen mogelijk is, waarbij het proces volgens verschillende juridische scenario’s kan verlopen.

 

Daarbij komt in dit geval ook nog dat de Corona-pandemie in wisselende vorm nog steeds sluimerend voort duurt en voor de langere termijn onvoorspelbaar is. Gebleken is dat het aanpassen van regels door de rijksoverheid steeds veel vragen oproept bij burgers, organisatoren en ondernemers (m.n. horeca en winkeliers).

 

Ook hier zijn alle mogelijke aanvraagtypen niet uitgesplist en achtereenvolgens voorzien van een urenprognose.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

Het werkaanbod heeft een sterke relatie met de situatie als gevolg van de sluimerende Corona pandemie en de prijsstijgingen als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de inflatie. Wanneer de pandemie verder stabiliseert en afneemt en de inflatie afneemt, zal het aantal aanvragen APV/Bijzondere Wetten naar verwachting weer toenemen, wellicht vergelijkbaar met 2018/2019. Indien de pandemie standhoudt en inflatie hoog blijft, zal het werk vooral betrekking hebben op voorlichting en ondersteuning.

 

4.2 Implementatie Omgevingswet / Wkb

Zoals in hoofdstuk 3 aangegeven staan er grote veranderingen op stapel. Deze veranderingen hebben grote impact op de wijze van vergunningverlening. Flexibiliteit in benadering en contact worden onder invloed van de Omgevingswet nog belangrijker. Mede hierom wordt er ook een organisatiestructuurverandering voorbereidt. Wij moeten kunnen inspelen op maatwerk vraagstukken (burgerinitiatieven, co-creatie en meervoudige, complexe vragen). Ook zal de doorlooptijd van het vergunningentraject verkort worden naar 8 weken en worden initiatieven in samenwerking met alle betrokkenen tegelijkertijd aan de omgevingstafel besproken. Dit vergt complementaire kwaliteiten van de medewerkers. Daarnaast zal onder invloed van de Wkb juist het technische deel van de werkzaamheden (vooralsnog gedeeltelijk) meer naar de achtergrond verdwijnen. Er vindt dus een verschuiving plaats waarbij het meer om de ruimtelijke- en omgevingsaspecten gaat dan om de technische uitvoering van een bouwwerk. Voor dat laatste onderdeel wordt de bouwende partij zelf verantwoordelijk.

 

De ingrijpende transitie naar de Omgevingswet (verwachte inwerkingtreding op 1 januari 2024) vergt veel voorbereiding. Met name in 2022 en 2023 is al flink op de voorbereiding ingezet en dit zal doorlopen naar de uitvoeringsfase in 2024. Daarom heeft dit VUP van 2024 veel overeenkomsten met het VUP van 2022 en 2023. De transitie vereist onder andere een hernieuwd strak ingericht werkproces met daarbij duidelijke afspraken met onze ketenpartners. Deze voorbereiding kan niet zonder meer worden opgepakt naast de reguliere werkzaamheden, want ‘de winkel’ moet open blijven. Het management zal daar waar nodig op anticiperen.

 

Ook het jaar 2024 zal in het teken staan van het verwerven van kennis/ervaring en het aanpassen van applicaties en processen.

 

De belangrijkste onderdelen worden hieronder op hoofdlijnen beschreven. In het werkplan van het team zal dit verder concreet worden uitgewerkt en afgestemd met andere teams en interne/externe partijen.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

Het aanvraagproces omgevingsvergunningen zal opnieuw ingericht worden en afgestemd met andere teams. Applicaties zullen hierop ingeregeld moeten worden, met aangepaste sjablonen. Medewerkers moeten trainingen volgen en bekend worden met de nieuwe regelgeving en software. Dit zal vooral in 2023 opgepakt worden, maar als er in 2024 mee gewerkt wordt, zal dit ongetwijfeld nog inzet vragen op het gebied van verdere inrichting, afstemming, verbetering en het oplossen van kinderziekten.

4.2.1 Door-ontwikkelen inrichting RX-Mission

Voor het registreren en afhandelen van de aanvragen om vergunningen werd tot 1 mei 2023 gebruik gemaakt van de applicatie SquitXo. Deze applicatie is niet geschikt voor de aanvragen die na invoering van de Omgevingswet worden ingediend. De vervanger van SquitXo heet RX-Mission. Door het herhaalde uitstellen van de omgevingswet, is er voor gekozen een deel van Rx.Mission in te richten voor het registreren van de Wabo aanvragen vanaf 1 mei 2023. Aflopende contracten, onzekerheid over de definitieve invoering van de Omgevingswet en uitfasering van SquitXo lagen aan deze keuze ten grondslag.

 

SquitXo is in de loop der jaren zo efficiënt ingericht en doorontwikkeld, dat we daar maximaal profijt uit weten te halen. We kunnen er niet vanuit gaan dat we RX-Mission op 1 januari 2024 ook al zo functioneel hebben ingericht als SquitXo nu, maar we streven er wel naar om dit zoveel als mogelijk te benaderen. Daarnaast moeten de medewerkers zich het nieuwe systeem ook eigen maken. In 2024 zullen wij de inrichting van Rx.Mission verder door-ontwikkelen om het optimale uit het systeem te halen.

 

De complicerende factor is dat alle aanvragen die voor 1 januari 2024 binnenkomen volgens de oude regels (Wabo) behandeld moeten worden, deze oude processen lopen dus na 1 januari 2024 nog geruime tijd door. Alles dat op 1 januari 2024 en daarna binnenkomt, moet volgens het nieuwe regiem worden afgehandeld in RX-Mission. Gezien de ervaring met doorlooptijden, zullen wij er van uit moeten gaan dat wij vanaf 1 januari 2024 zeker nog wel een jaar volgens zowel het oude als nieuwe proces moeten werken.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

De inrichting van Rx.Mission voor zowel de Omgevingswet als de Wabo loopt (inmiddels liep) door uitstel van de Omgevingswet door in 2023. Bij de werkplanning van de betrokken medewerkers moet hier rekening mee worden gehouden. In 2024 zal de nadruk vooral liggen op verdere inrichting en doorontwikkeling.

4.2.2 Herschrijven sjablonen SquitXo naar Rx.Mission

Om maximaal profijt te hebben van Rx.Mission is het van belang dat we alle briefsjablonen welke we nu in SquitXo hebben voor Wabo en APV aanpassen aan Rx.Mission en natuurlijk ook de Omgevingswet. Dit is een omvangrijke klus, welke op 1 januari 2024 gereed is. Naar aanleiding van praktijkervaringen zullen deze sjablonen in 2024 verder geoptimaliseerd worden. Ook zal er gedurende 2024 onderhoud aan de sjablonen uitgevoerd worden. Omdat alles nieuw is en de wetgeving ook nog regelmatig wordt bijgestuurd, zullen wij in eerste instantie rekening moeten houden met meer onderhoud dan gebruikelijk.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

De omzetting van de sjablonen naar Rx.Mission voor zowel de Omgevingswet als tijdelijk voor de Wabo loopt door in 2023. Bij de werkplanning van de betrokken medewerkers moet hier rekening mee worden gehouden. In 2024 zal de nadruk liggen op onderhoud aan de sjablonen en inspelen op wets- en proceswijzigingen.

4.2.3 Vragenbomen toepasbare regels in het DSO

Er is in 2021 gestart met het inrichten van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). In 2022 en 2023 is hiermee een flinke slag gemaakt. Hoeveel tijd hier vanuit de organisatie nog aan besteed moet worden in 2024 is momenteel nog niet duidelijk, omdat het DSO nog steeds in ontwikkeling is. De gemeente is straks zelf voor een groot deel verantwoordelijk voor de inhoud van het DSO. Iedere beleidswijziging zal dus ook continue in het DSO verwerkt moeten worden. De gemeente wordt via het DSO het loket voor alle vragen op het gebied van de fysieke leefomgeving. Hierbij gaat het ook om vragen welke gaan over Rijks-, Provinciale regelgeving en de regelgeving van het hoogheemraadschap. De verwachting is dat dit een flinke toename van de belasting van de organisatie zal betekenen. Hoe deze extra werkzaamheden zich verhouden tot de tijd welke we nu kwijt zijn aan mondelinge en schriftelijke beantwoording van vragen moet nog blijken als het DSO is ingericht. De mogelijke voordelen van het DSO voor initiatiefnemers komen ten laste van de gemeente.

 

Nog niet bepaald is waar straks de organisatorische verantwoordelijkheid voor het DSO belegd wordt. Het is van belang om dit in beeld te krijgen en daar is aandacht voor, m.n. vanuit de projectgroep implementatie Omgevingswet.

 

In de eerste maanden van 2024 zal een ‘Eerste Hulp Bij Omgevingswet’ (EHBO)team paraat staan om ingewikkelde vragen te beantwoorden of te adresseren. Ook team Vergunningen zal hier aan bijdragen.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

De inrichting van en het onderhoud aan het DSO loopt verder door in 2024. Bij de toedeling van werk van de betrokken medewerkers moet hier rekening mee worden gehouden. Verder moet nog bepaald worden waar de organisatorische verantwoordelijkheid voor de inhoud, met name de toepasbare regels, komt te liggen. Als de keuze voor de verantwoordelijkheid gemaakt is, zal hiermee in het VUP van 2025 zo nodig rekening worden gehouden.

4.2.4. Verfijnen proces intake aanvragen

Inmiddels wordt al een tijd proefgedraaid met de Intake- en Omgevingstafels. In het begin werd er voor een deel van de aanvragen gebruik gemaakt van deze methode, maar inmiddels wordt er voor alle aanvragen die daarvoor in aanmerking komen, gebruik gemaakt van de tafels. Deze ervaringen hebben wij nodig om de processen goed te kunnen verfijnen en inrichten.

 

We zijn in 2023 verder gegaan met de proef om alle aanvragen die binnenkomen te laten beoordelen door een Intakemanager. Die bepaalt in samenspraak met een collega van RO of een ingediend verzoek richting Intaketafel kan of dat we deze op voorhand al af moeten wijzen. Plannen welke onvoldoende informatie bevatten, niet haalbaar zijn of niet op de juiste manier zijn ingediend worden aan de voorkant tegengehouden en gaan dus niet meer de lijn in. Ook beoordeelt een Intakemanager of de ingediende aanvraag regulier c.q. complex is en koppelt hier vervolgens de juiste medewerker aan. Wij willen hiermee voorkomen dat de organisatie wordt belast met initiatieven die onvoldoende onderbouwd zijn of haaks staan op ingezette ontwikkelingen. Ook wordt zo voorkomen dat reguliere initiatieven opgehouden worden omdat de aandacht te veel uitgaat naar complexe of onvoldragen initiatieven. Deze processen zullen in 2024 verder worden verfijnd en de rollen zullen verder worden gedefinieerd.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

In 2024 zal het inzetten van de Intake- en omgevingstafel worden voortgezet. Hiermee wordt er steeds meer routine opgebouwd en weten de medewerkers steeds beter wat er verwacht wordt. Ook zullen er op basis van de ervaring specifieke rollen worden toebedeeld.

In 2024 zal geëvalueerd worden hoe dit in de praktijk loopt en of eventueel bijstelling noodzakelijk is.

4.2.5. Intake- en omgevingstafels in lijnproces brengen

De Intake- en Omgevingstafel moet nog in de lijn geborgd worden, omdat dit gestart is als een leerproces. Op dit moment wordt de organisatie hiervan tijdelijk verdeeld over diverse betrokkenen. Zodra de procesbeschrijvingen en rollen volledig ingevuld en gedefinieerd zijn, zal samen met het domein Ruimte gekeken worden hoe we de tafels in de lijn borgen.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

In 2024 zullen medewerkers één of meer rollen hebben in het vergunningverleningsproces. Omdat dan ook de Omgevingswet in werking is getreden, zal dan na verloop van tijd geëvalueerd worden hoe dit in de praktijk loopt en of eventueel bijstelling noodzakelijk is.

4.2.6 Wkb proces inrichten

Met de invoering van de Omgevingswet wordt naar verwachting ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) ingevoerd. De Wkb heeft als doel de (borging van) bouwkwaliteit en het bouwtoezicht onder de verantwoordelijkheid van marktpartijen te plaatsen door het invoeren van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging. De nieuwe wet zal gefaseerd in werking treden. Er wordt gelijktijdig met de invoering van de Omgevingswet gestart met eenvoudige (nieuw)bouwwerken (gevolgklasse 1). Na 3 jaar volgt een evaluatie door het Rijk, daarna worden eventueel de complexere bouwwerken ook onder de Wkb gebracht. Dit zal dus niet eerder dan 2028 zijn.

 

Als gevolg van de Wkb zal de huidige omgevingsvergunning voor het bouwen in twee activiteiten worden opgesplitst, een bouwactiviteit en een omgevingsplanactiviteit. Zie onderstaand schema.

 

Bron afbeelding: VNG

 

Afhankelijk van de activiteit zal een initiatief een bepaald proces doorlopen. Deze processen zullen opnieuw ingericht en afgestemd moeten worden.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

In 2023 zullen de werkprocessen worden afgestemd op de Omgevingswet en de Wkb . Werken met een private kwaliteitsborger is niet alleen nieuw voor onze organisatie maar ook voor de initiatiefnemers en de uitvoerende partijen. Dit nieuwe proces zal gedurende 2024 in de praktijk getest worden. Zo nodig kan het werkproces worden bijgesteld.

4.2.7 Herinrichten adviseringsprocessen

Om een aanvraag te kunnen beoordelen moeten er afhankelijk van het initiatief interne en/of externe adviezen worden gevraagd. De inzet is om de diverse disciplines zoveel als praktisch mogelijk aan de omgevingstafel te krijgen. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om de disciplines erfgoed/welstand, flora en fauna, brandveiligheid etc. Niet ieder initiatief hoeft echter naar de omgevingstafel. De adviseringsprocessen zullen opnieuw ingericht en uitgelijnd moeten worden, samen met onze partners en aansluitend op de processen van de intake- en omgevingstafel.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

In 2023 zal de uitlijning en inrichting van de processen verder worden uitgewerkt. Het adviseringsproces is daar een onderdeel van, de adviseurs zitten ook aan de tafels.

In 2024 zal geëvalueerd worden hoe dit in de praktijk loopt en of eventueel bijstelling noodzakelijk is.

4.2.8. Opleiden, trainen en aansluitend oefenen.

Naast het op orde brengen van alle processen en applicaties is het noodzakelijk dat medewerkers de tijd krijgen om zich goed voor te bereiden op de Omgevingswet. Hiervoor is opleiden/trainen van groot belang. In de tweede helft van 2023 zal een opleiding georganiseerd worden. Vaste medewerkers moeten voldoende ruimte krijgen om zich voor te bereiden op de Omgevingswet en moeten zich hierin aansluitend na 1 januari 2024 verder kunnen bekwamen.

 

Aktie voor 2024 uit de evaluatie van het VUP 2022:

In de loop 2023 wordt een inhoudelijke training georganiseerd, waarin m.n. de praktijk van vergunningverlening onder de Omgevingswet verder wordt uitgediept. In 2024, wanneer de Omgevingswet in werking is getreden, wordt duidelijk of en wat er verder nog nodig is om de medewerkers te trainen. Daar zal dan op geanticipeerd worden.

 

4.3 Activiteiten vanuit beleidsdoelstellingen VTH beleidsplan.

In de Verordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht Hillegom heeft de gemeenteraad doelen gesteld waarop de kwaliteit van het VTH-beleid in elk geval betrekking moeten hebben. Deze doelen zijn de kwaliteit van dienstverlening (conform dienstverleningsconcept), de uitvoeringskwaliteit van diensten en producten en (beschikbaarheid van) financiën. Op grond van het Besluit omgevingsrecht (wordt 1 januari 2024 Omgevingswet/Omgevingsbesluit) en met in acht name van de door de gemeenteraad gestelde doelen moet het college van burgemeester en wethouders als bevoegd gezag beleid voeren t.a.v. de uitvoering van de VTH taken. Dit beleid, VTH-beleidsplan gemeente Hillegom 2024-2027, omvat onder andere het stellen van uitvoeringsdoelen en het beschrijven van de activiteiten om deze doelen te realiseren. In voorliggend vergunningverlening uitvoeringsprogramma wordt uitgewerkt hoe hier uitvoering aan wordt gegeven. Het college zal dit uitvoeringsprogramma periodiek evalueren.

4.3.1 Het werken conform de Omgevingswet en de Wkb.

Het uitvoering geven aan de regelgeving uit de Omgevingswet en de Wkb zijn benoemd als beleidsdoelstelling in het VTH-beleidsplan gemeente Hillegom 2024-2027. Dit zijn namelijk de speerpunten voor de komende jaren. In de voorgaande paragrafen is hieraan reeds aandacht besteedt, m.n. hoe dit wordt vertaald naar de uitvoering.

5. Borging uitvoering

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk is uiteengezet hoe de uitvoering, zoals in het vorige hoofdstuk beschreven, geborgd wordt.

 

5.2 Financiële borging uitvoering

In de HLT-begroting zijn de uitvoeringskosten van de reguliere VTH taken structureel opgenomen. Daarnaast wordt naar aanleiding van politieke keuzes en prioritering eventueel ook incidenteel geld ingezet om bepaalde knelpunten aan te pakken. Een voorbeeld hiervan is de projectmatige handhaving in het buitengebied (Bollen5-gemeenten/GOM). De financiële borging van de uitvoering van de reguliere VTH taken is reeds opgenomen in de (meer)jaarlijkse begrotingscyclus.

 

5.3 Kritieke massa

Hillegom beschikt over een kwaliteitsverordening VTH; de Verordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht Hillegom. In deze verordening is vastgelegd dat de VTH taken worden uitgevoerd overeenkomstig de kwaliteitscriteria welke op dat moment geldend zijn, deze criteria zijn gebaseerd op de afspraken zoals gemaakt tussen het Rijk, het IPO en de VNG. In de huidige situatie zijn dit de kwaliteitscriteria 2.2. Hiermee is het kwaliteitsniveau op het gebied van kennis, kunde en capaciteit voor kwaliteit en inzet van de medewerkers geborgd.

5.3.1 Personeelsformatie

De organogram van de VTH-taakuitvoering is als bijlage 1 toegevoegd.

 

Hieronder wordt per functie de structurele Vergunningen formatie weergegeven. Wanneer er een aanleiding is, kan de formatie eventueel tijdelijk uitgebreid worden door inhuur. Externe medewerkers en inhuur zijn niet meegenomen in deze formatie, omdat dit door het jaar heen kan wijzigen afhankelijk van situatie en omstandigheden.

De uitvoering van de taken is ondergebracht bij HLTsamen. Onderstaande formatie werkt voor de 3 gemeenten gezamenlijk.

 

Functie

Bruto formatie in fte*

Juridisch medewerker omgevingsrecht

3,39

Vergunningverlening Wabo

10

Vergunningverlener APV/BW

3,64

Administratief medewerker Wabo/APV

1,67

* Voor 1 fte wordt gerekend met 1629 werkbare uren. Hiervan gaat 10% (163 uur) af voor teamoverleg, organisatiebijeenkomsten, studie etc. Van de resterende 1466 uur is 1319 uur beschikbaar voor productie en 10% (147 uur) aangemerkt als onvoorzien.

5.3.2 Vastgelegde werkwijzen

Binnen het team vergunningverlening zijn verschillende werkwijzen vastgelegd om de kwaliteit te waarborgen en de uitvoering sturing en uniformiteit te geven. Er is o.a. een procesbeschrijving vastgesteld voor:

  • -

    vergunningverlening Omgevingswet (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit (B)opa;

  • -

    vergunningverlening uitgebreide procedure (Wabo);

  • -

    vergunningverlening reguliere procedure (Wabo);

  • -

    afhandelen melding (bouwactiviteit, slopen en gebruik);

Genoemde procesbeschrijvingen zijn vastgelegd in het VTH-Beleidsplan Gemeente Hillegom 2024-2027.

Daarnaast zijn de overige werkafspraken vastgelegd in het Handboek Wabo vergunningverlening.

 

5.4 Borging beschikbaarheid samenwerkingspartners

Om het uitvoeringsplan te realiseren is de inzet en samenwerking met externe partijen essentieel. Bij het opstellen van het VTH-Beleidsplan Gemeente Hillegom 2024-2027 is de wijze van samenwerking met externe partijen eerder beschreven.

 

Samenwerking externe partijen

Doel

Hoe

Omgevingsdienst West-Holland (ODWH)

De omgevingsdienst adviseert vergunningverlening afhankelijk van het project op het gebied van milieuaspecten. Daarnaast adviseert de omgevingsdienst over ontheffingen in het kader van de Wet natuurbescherming.

Schriftelijk advies.

Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen welstand- en erfgoedcommissie)

Deze commissie(s) zijn belast met de advisering t.a.v. redelijke eisen van welstand en volgend uit de monumentenstatus.

Schriftelijk advies.

Rijksdienst cultureel erfgoed (RCE)

Afhankelijk van de impact van een initiatief adviseert RCE over het behoud van het cultureel erfgoed.

Deze adviesplicht vloeit voort uit de Wabo. Hierover zijn werkafspraken gemaakt. Betreffende aanvragen worden doorgestuurd ter advisering. Het betreft een schriftelijk advies.

Provincie Zuid-Holland

Bij ruimtelijke afwegingen die vallen onder de uitgebreide vergunningen procedure dient afstemming gezocht te worden.

Schriftelijk advies.

Hoogheemraadschap van Rijnland

Bij ruimtelijke afwegingen die vallen onder de uitgebreide vergunningen procedure en die van invloed zijn op het oppervlaktewater of de wijze hoe omgegaan wordt met de afvoer naar het oppervlaktewater dient afstemming gezocht te worden.

Met het Hoogheemraadschap zijn werkafspraken gemaakt. Eventuele adviezen worden opgevraagd in het daarvoor ingestelde watertoetsoverleg

Politie en Openbaar Ministerie

Advisering, bijvoorbeeld in het kader van antecedentenonderzoek.

Schriftelijk advies. Convenant met politie en OM waardoor gegevensoverdracht tussen deze partijen mogelijk wordt gemaakt.

Brandweer

De brandweer adviseert op het gebied van brandveiligheid.

Schriftelijk advies.

Diverse Constructiebureaus

De constructiebureaus controleren de ingediende constructiegegevens van de aanvraag.

Schriftelijk advies.

 

Zoals eerder aangegeven, veranderen door de Omgevingswet de regels voor onder meer bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Eén van de belangrijkste wijzigingen is dat de uitgebreide vergunningenprocedure, met een doorlooptijd van 26 weken, komt te vervallen. Hierdoor moeten meer vergunningaanvragen binnen 8 weken behandeld worden, wat betekent dat het vooroverleg en vlotte doorloop van processen (nog) belangrijker wordt. Dit vereist een strak ingericht werkproces en duidelijke afspraken met de ketenpartners. In de regio West-Holland is daarom besloten om een werkgroep Ketenproces omgevingsvergunning op te richten. Deelnemers zijn gemeenten, provincie en ketenpartners waaronder de Veiligheidsregio, Hoogheemraadschap en de Omgevingsdienst. Ook HLTsamen, (team Vergunningen), is bij deze werkgroep betrokken.

 

Het doel van de werkgroep is het maken van afspraken, zodat vanaf de ingangsdatum van de Omgevingswet op de juiste momenten met de juiste ketenpartners conform de wettelijke bepalingen van de Omgevingswet zo efficiënt en uniform mogelijk kan worden samengewerkt. Uiteraard is de keuze voor de intake- en omgevingstafel hierbij leidend.

6. VTH-beleidscyclus

6.1 Inleiding

De VTH-beleidscyclus betreft een gesloten cyclus. In deze cyclische aanpak zijn de strategische en operationele cycli met elkaar verbonden. Dit is planmatig geborgd door deze telkens te monitoren en aan te passen. Op deze wijze wordt constante verbetering bewerkstelligd. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande gemeentelijke planning- en control-cyclus. Binnen de VTH-beleidscyclus staan drie documenten centraal: het integraal beleid, het uitvoeringsprogramma en het evaluatieverslag. Het VTH-beleid wordt periodiek uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. In het uitvoeringsprogramma staat concreet weergegeven welke uitvoeringsactiviteiten het college voornemens is in de betreffende periode uit te voeren. Hierbij wordt rekening gehouden met de evaluatieresultaten uit het verleden en met de doelen in het beleid. Ten slotte evalueert het college periodiek welke activiteiten feitelijk zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de in het VTH-beleid geformuleerde doelen. Deze evaluatie wordt vastgelegd in een evaluatieverslag (jaarverslag). De vastgestelde evaluatie van het VUP 2022 is verwerkt in het voorliggende VUP 2024.

 

6.1 Interbestuurlijk Toezicht volgens nieuwe bestuursovereenkomst

Met ingang van 1 januari 2022 is de Provincie het generiek Interbestuurlijk Toezicht anders gaan vormgeven. De nieuwe vormgeving zet in op een dynamischer toezicht met een IBT-ladder en een dashboard. Daarvoor is een vernieuwde bestuursovereenkomst generiek interbestuurlijk toezicht opgesteld. Het college is een nieuwe bestuursovereenkomst aangegaan.

Interbestuurlijk toezicht betekent dat er over meerdere bestuurslagen toezicht is, namelijk van rijk, naar provincie, naar gemeente. Al sinds 2012 legt het college verantwoording af aan de Provincie over een aantal toezichtgebieden waaronder het omgevingsrecht, waar ook de VTH taken onder vallen. Hierbij wordt de laatste jaren onder andere ook gekeken naar het binnen bepaalde termijnen opstellen en vaststellen van een VUP en de evaluatie hiervan.

De nieuwe overeenkomst heeft consequenties voor het moment waarop over het VUP en de evaluatie hiervan moet worden besloten en wanneer de raad en Provincie hierover moeten worden geïnformeerd.

Een VUP van een betreffend jaar moet vóór 1 februari van dat jaar door het college zijn vastgesteld. Achtereenvolgens wordt dit vóór 1 juli van dat jaar aan de raad ter kennisname aangeboden en voor 15 juli naar de Provincie gestuurd.

Voor evaluaties van het voorgaande VUP geldt dat deze vóór 15 juli door het college zijn vastgesteld en dat vóór 1 oktober de raad en de Provincie over de evaluatie zijn geïnformeerd. Dit betekent dat in het voorliggende VUP van 2024 conform de bestuursovereenkomst de evaluatie van 2022 is verwerkt.

Voortaan zal jaarlijks volgens deze cyclus worden gewerkt om aan de bestuursovereenkomst te voldoen.

 

6.2 Evaluatie

In het eerste kwartaal van 2025 wordt geëvalueerd hoe de uitvoering zoals in dit uitvoeringsprogramma beschreven gerealiseerd is. In het Vergunningverlening Uitvoering Programma 2026 wordt inhoudelijk rekening gehouden met deze evaluatie en waar nodig worden zaken bijgestuurd. Dit Vergunningverlening Uitvoering Programma is daarmee een onderdeel van de gehele beleidscyclus fysieke leefomgeving.

 

Bron afbeelding: Aandeslagmetdeomgevingswet

Bijlage 1 VTH taken organogram

 

Ga naar het begin