Laten we herinneren
Van een land dat ooit meters hoger lag, tussen Noordzee en meer
Dacht driehonderd jaar geleden een Amsterdamse heer
Achttienduizend gulden, dat is uiterst interessant
Voor het winnen en verhandelen van Hillegoms duinzand
Hij kocht direct wat rechten, dat bracht voorspoed met zich mee
Het floreerde daar uitstekend tussen Haarlemmermeer en zee
Want na de gouden eeuw kwam de goede oude tijd
Vol rendement uit ambacht, man, wat een heerlijkheid!
Maar liefs zestien buitenplaatsen kenden we ooit in dit gebied
Al deed een revolutie al die schoonheid gauw teniet
Wat rest zijn slechts woonwijken met de namen van weleer
Zoals dat gaat met heel veel zaken: wat was, is nu niet meer
Ook glorieuze jaren worden ingehaald door tijd
Het gaat zo razendsnel, soms is de tijd zichzelf kwijt
Flarden van herinneringen spelen verstoppertje in ons hoofd
Maar hadden we ons niet eeuwige herinnering beloofd?
Laten we herinneren
Laten we herinneren wat we deelden
Wat we verloren, wat we heelden
Wat we leerden, wat we weten
Wijze lessen, niet vergeten
Wat we zochten, soms hervonden
Wat we missen, wat we konden
Hoe we waren, wie we zijn
Laten we herinneren
Koesteren
Het leven voluit vieren
Niets is zo onvoorspelbaar
Als onze eigen levenslijn
Dus verwonder je vol overgave
Verlies je in het moment
Leer van je ervaring
Vrees niet wat je niet kent
Omarm hetgeen je dierbaar is
Heb lief met hart en ziel
En uitstellen tot later
Is simpelweg debiel
Later kan nooit komen
Want grillig is het leven
Leef voluit in het nu
Al is het maar voor even
Wees mild voor jezelf
En doe de ander goed
Want samenzijn in liefde
Is al wat er toe doet